Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X niet de waarde in het economische verkeer per 1 januari 1997 van zijn aandelen in Y NV aannemelijk maakt. X geeft ter zitting namelijk meermalen aan dat hij dat bewijs, mede gelet op het lange tijdsverloop, niet zal kunnen leveren.

Belanghebbende, X, houdt sinds de jaren ’90 een aandelenbelang van 9,72% in Y NV. In 2013 treedt Y NV in liquidatie en ontvangt X diverse bedragen, van in totaal € 96.500. X verzoekt de inspecteur om de IB-aanslag 2013 te verminderen in verband met een ab-verlies. De inspecteur wijst het verzoek af omdat X geen zicht verschaft op de verkrijgingsprijs van zijn aandelen in Y NV. De aanspraak van X op een ab-verlies kan dan niet worden gehonoreerd.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X niet de waarde in het economische verkeer per 1 januari 1997 van zijn aandelen in Y NV aannemelijk maakt. X geeft ter zitting namelijk meermalen aan dat hij dat bewijs, mede gelet op het lange tijdsverloop, niet zal kunnen leveren. Omdat de inspecteur en de rechtbank er ten onrechte van zijn uitgegaan dat X de verkrijgingsprijs moet aantonen, acht het hof het ook niet zinvol on het vooronderzoek te hervatten. Het hof wijst er daarbij op dat uit de wetssystematiek en de wijziging van het ab-regime per 1 januari 1997 volgt dat de waarde in het economische verkeer per 1 januari 1997 van belang is en niet de (nog oudere) verkrijgingsprijs.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 4.47

Wet inkomstenbelasting 2001 4.36

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Rubriek: Inkomstenbelasting

Editie: 26 augustus

Informatiesoort: VN Vandaag

42

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen