X BV ontvangt op 31 januari 2024 een voorlopige aanslag zuiveringsheffing bedrijfsruimten 2024. De aanslag is berekend op basis van 8,6 vervuilingseenheden, afgeleid van het gemeten waterverbruik van het pand van 688 m
Rechtbank Rotterdam oordeelt dat de heffingsambtenaar bij het vaststellen van de voorlopige aanslag zuiveringsheffing mag uitgaan van het waterverbruik van het voorafgaande jaar omdat er geen aanwijzingen zijn dat het watergebruik aanzienlijk is gewijzigd. De heffingsambtenaar onderbouwt het verbruik met de overgelegde meterstanden van twee aansluitingen en de berekening voldoende, zeker gezien het feit dat X BV de aanwezigheid van twee aansluitingen en de cijfers pas ter zitting niet gemotiveerd betwist. Het beroep van X BV is ongegrond en de voorlopige aanslag blijft in stand.
Instantie: Rechtbank Rotterdam
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Editie: 24 oktober
Informatiesoort: VN Vandaag