X maakt bezwaar tegen voldoening van BPM. De inspecteur verklaart het bezwaar gegrond en kent een teruggaaf van BPM en belastingrente toe. X maakt bezwaar tegen de hoogte van de belastingrentevergoeding van € 49. Rechtbank Noord-Nederland verklaart het beroep van X gegrond en vernietigt de uitspraak op bezwaar, waarna de inspecteur een nieuwe uitspraak doet en een extra rentevergoeding van € 12 toekent. X stelt hoger beroep in bij Hof Arnhem-Leeuwarden.
Hof Arnhem-Leeuwarden (V-N 2025/24.1.6) vernietigt de uitspraak op bezwaar na terugwijzing. De inspecteur had eerst de procedure in hoger beroep af moeten wachten. De werking van een uitspraak wordt opgeschort totdat op het hoger beroep onherroepelijk is beslist. Het hof stelt de te vergoeden belastingrente vast op € 61 (€ 49 + € 12). Het betoog van X dat het Unierecht tot een hogere rentevergoeding noopt, faalt. De inspecteur wordt veroordeeld in de proceskosten van X tot een bedrag van € 2914,50. X gaat in cassatie, maar betaalt het griffierecht niet. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Wetingang:
Algemene wet inzake rijksbelastingen artikel 27H
Algemene wet inzake rijksbelastingen artikel 30HA
Algemene wet inzake rijksbelastingen artikel 30J
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 artikel 19A
Algemene wet bestuursrecht artikel 7.3
Invorderingswet 1990 artikel 28C
Instantie: Hoge Raad
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht, Belastingheffing van motorrijtuigen
Editie: 11 november
Informatiesoort: VN Vandaag