De wet is onderdeel van het pakket Belastingplan 2026 en bereikt effectief dat de toepassing van het verlaagde BTW-tarief op cultuur, media en sport behouden blijft. Tijdens de stemming over het Belastingplan 2025 is door de Tweede Kamer de motie Van Dijk aangenomen (V-N 2024/54.12). In deze motie is gevraagd om een alternatief voor de afschaffing van de verlaagde BTW-tarieven voor cultuur, media en sport. In de Voorjaarsnota 2025 zijn deze verhogingen geschrapt. De wet keurt formeel goed dat het overgangsrecht per 1 januari 2025 buiten werking is gesteld via twee beleidsbesluiten.
Dekking voor het behoud van de lage BTW-tarieven is gevonden door de reguliere inflatiecorrectie (met de tabelcorrectiefactor) voor bepaalde bedragen in de inkomstenbelasting en de loonbelasting per 1 januari 2026 niet volledig toe te passen. De beperkte toepassing van de inflatiecorrectie heeft onder andere gevolgen voor de bedragen van de heffingskortingen en de tabellen voor de inkomstenbelasting die bepalen in welke tariefschijf een belastingplichtige valt.
In Vakstudie Nieuws besteedden wij aandacht aan het wetsvoorstel (36814) en relevante besluiten in V-N 2025/43.7, V-N 2025/43.8, V-N 2025/48.5 en V-N 2025/48.6.
Wetingang:
Wet op de omzetbelasting 1968 artikel 29
Wet op de omzetbelasting 1968 artikel 30
Wet op de omzetbelasting 1968 artikel 2
Wet op de omzetbelasting 1968 artikel 3
Wet op de omzetbelasting 1968 artikel 11
Wet op de omzetbelasting 1968 artikel 14
Wet op de omzetbelasting 1968 artikel 17
Wet op de omzetbelasting 1968 artikel 21
Rubriek: Omzetbelasting, Fiscale wetsvoorstellen
Regelgevende instantie: Staten-Generaal
Editie: 12 november
Informatiesoort: VN Vandaag