X exploiteert samen met zijn echtgenote een dierenartspraktijk, waarin zij door middel van BV's ieder een belang hebben van 50%. In 2021 start de inspecteur een boekenonderzoek naar aanleiding van verdachte transactie meldingen (VT-meldingen) die de FIOD van de Rabobank heeft ontvangen. Voor 2015 tot en met 2019 gaat het om 46 contante stortingen van in totaal € 484.330 op een rekening ten name van X. Volgens X houdt hij samen met zijn echtgenote hobbymatig paarden. In 2016 werd bij hem een ernstige ziekte geconstateerd, waarna zou zijn besloten om de paarden te verkopen. In geschil zijn de navorderingsaanslagen in de IB-sfeer over 2016 t/m 2020, waarbij de opbrengsten zijn belast als winst uit onderneming.
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat het houden en de verkoop van paarden een bron van inkomen is. X is door zijn beroepsmatig bovengemiddelde kennis van paarden in staat om ze tegen relatief lage bedragen in te kopen en vervolgens na verloop van enkele jaren structureel met winst te verkopen, soms voor € 100.000 of meer. X maakt niet aannemelijk dat tijdens eerdere boekenonderzoeken de toezegging zou zijn gedaan dat de paardenactiviteiten slechts een hobby zijn. De aanslagen zijn terecht alleen aan X en niet mede aan zijn echtgenote opgelegd. De opbrengsten zijn namelijk altijd gestort op een bankrekening van X en vervolgens doorgesluisd naar zijn persoonlijke holding. De beroepen van X zijn ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.5
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht, Inkomstenbelasting
Editie: 7 mei
Informatiesoort: VN Vandaag