Rechtbank Gelderland oordeelt dat de zolder van de woning niet uitsluitend zakelijk wordt gebruikt en daarom niet tot het ondernemingsvermogen kan worden gerekend.
X en haar echtgenoot kopen en verbouwen een onroerende zaak in 2012 die zij gebruiken als woonhuis. De zolder richten zij als studeerkamer in. Vanaf 2004 heeft X een huisartsenpraktijk in de vorm van een maatschap. De zolder wordt volgens X voor meer dan 10% zakelijk gebruikt voor de huisartsenpraktijk. In 2017 staakt zij de onderneming door deze in te brengen in een op te richten vennootschap. In de aangifte IB/PVV neemt X een boekverlies van € 269.932 in aanmerking op de onroerende zaak. De inspecteur corrigeert de aangifte omdat hij meent dat er geen sprake is van zakelijk gebruik van de onroerende zaak.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat de onroerende zaak niet tot het ondernemingsvermogen hoort omdat niet aannemelijk wordt gemaakt dat de zolder uitsluitend zakelijk gebruikt wordt. X overlegt geen foto’s of andere objectieve bewijzen die haar stelling ondersteunen. Blijkens de leveringsakte is er een woning aangekocht. Daarnaast sluit het taxatierapport niet uit dat de zolder ook voor privédoeleinden gebruikt wordt.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.8
Instantie: Rechtbank Gelderland
Rubriek: Inkomstenbelasting
Informatiesoort: VN Vandaag
Editie: 1 mei