X dient een verzoek tot wraking in tegen de raadsheren die belast zijn met de behandeling van zijn zaak. Het verzoek van de raadsheren om stukken te overleggen veroorzaakt volgens X een onredelijke en niet rechtvaardige aanhouding van de procedure. De raadsheren hebben het geschil over de WOZ-waarde beoordeeld, maar X had verwacht dat ze het overheidshandelen bij de behandeling van de aardbevingsschade aan de orde zouden stellen.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het verzoek van de raadsheren om stukken te overleggen niet blijkt van vooringenomenheid en wijst het verzoek om wraking af. Het verzoek om stukken te overleggen is een procedurele beslissing. Zowel een procedurele beslissing als de motivering van een procedurele beslissing kan in beginsel geen grond vormen voor wraking. Dit is uitsluitend anders als er sprake is van vooringenomenheid van de rechter. De wrakingskamer ziet geen aanknopingspunten voor het oordeel dat de vrees van X van vooringenomenheid objectief gerechtvaardigd is.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:18
Algemene wet bestuursrecht 8:15
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 15 mei
Informatiesoort: VN Vandaag