Het kabinet geeft geen uitvoering aan de motie waarin de regering wordt verzocht de handhavingsstrategie ‘zachte landing’ te verlengen tot eind 2026. Dat schrijft staatssecretaris Heijnen van Financiën aan de Tweede Kamer.

De handhaving op de kwalificatie van de arbeidsrelatie (schijnzelfstandigheid) vindt per 1 januari 2026 plaats conform de Uitvoerings- en Handhavingsstrategie van de Belastingdienst waarbij de menselijke maat en risicogerichte handhaving centraal staan.

Verder uitstel van volledige handhaving zou volgens de bewindsman"een slecht signaal" zijn aan ondernemers die wel volgens het boekje werken. Verder kan het uitvoeren van de motie tot een budgettaire derving leiden. Het opheffen van het handhavingsmoratorium per 1 januari 2025 is namelijk opgenomen als mijlpaal in het Herstel- en Veerkrachtplan.

Heijnen zet zich in om door middel van communicatie meer bewustwording te creëren over het aangaan van de juiste arbeidsrelatie. Ook over hoe nog wél met en als zelfstandige(n) kan worden gewerkt, om onnodige terughoudendheid onder werkgevenden zoveel mogelijk te voorkomen.

[Nieuwsbron] [Nieuwsbron]

Rubriek: Inkomstenbelasting, Loonbelasting

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 8 oktober

Informatiesoort: VN Vandaag

Uitsluiting Nieuwsbrief: Uitsluiting Nieuwsbrief

10

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen