X SA is in 1997 opgericht in Luxemburg en bezit onroerende zaken in Nederland. Per 1 april 2018 is een in Nederland wonende ondernemer geregistreerd als de UBO van X SA. In 2010 sluit X SA een huurovereenkomst met een BV, vertegenwoordigd door de UBO, voor de verhuur van een onroerende zaak. De inspecteur legt VPB-aanslagen 2019 en 2020 op aan X SA. Daarbij corrigeert de inspecteur de aangegeven winst met een bijtelling in verband met de huur ontvangen voor de onroerende zaak, die in zijn ogen onzakelijk is. In de procedure over het jaar 2018 stelt Hof ’s-Hertogenbosch (11 september 2024, ECLI:NL:GHSHE:2024:2866, V-N 2025/8.1.1) de zakelijke huur vast op € 13.500 (5% van de verlaagde WOZ-waarde van € 270.000). In beroep is geschil of de inspecteur terecht een winstcorrectie heeft toegepast in verband met de verhuur van de onroerende zaak aan de UBO van X SA.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur aannemelijk maakt dat voor de jaren 2019 en 2020 een zakelijke huur tot de winst van X SA moet worden gerekend. De rechtbank overweegt daarbij dat de onroerende zaak geheel ter beschikking stond aan de UBO van X SA. Verder staat ook vast dat de UBO een deel van de onroerende zaak heeft gebruikt, zonder dat X SA hem daarvoor een vergoeding in rekening heeft gebracht. Voor de omvang van de huur heeft de inspecteur zich terecht op het standpunt gesteld dat deze moet worden gesteld op 5% van de WOZ-waarde. De inspecteur heeft verder ook voldoende rekening gehouden met de kosten. Het ligt namelijk op de weg van X SA om de kosten aannemelijk te maken, maar X SA heeft slechts blote beweringen over het kostenniveau geponeerd.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.25

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8