X maakt bezwaar tegen de WOZ-beschikking en afvalstoffenheffing van de gemeente Amsterdam voor het jaar 2023. De waarde van de onroerende zaak wordt vastgesteld op € 679.000. Op 31 maart 2022 heeft X een machtiging afgegeven zonder einddatum. De heffingsambtenaar verklaart het bezwaar niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van een recente machtiging.
Rechtbank Amsterdam oordeelt dat de machtiging doorlopend is, omdat deze geen einddatum bevat en de algemene voorwaarden bepalen dat zij blijft gelden tot opzegging. Er zijn geen aanwijzingen dat de machtiging is beëindigd vóór het indienen van het bezwaar. Dat X daarnaast zelf een bezwaar indient, zonder melding van de gemachtigde, doet niet af aan de geldigheid van de doorlopende machtiging. Het bezwaar van X is ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard.
Wetingang:
Algemene wet bestuursrecht artikel 8.72
Algemene wet bestuursrecht artikel 8.106
Instantie: Rechtbank Amsterdam
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 14 oktober
Informatiesoort: VN Vandaag