Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat X niet met vrucht een beroep kan doen op het bepaalde in art. 15 lid 3 Belastingverdrag Nederland-Zwitserland. Nederland heeft namelijk het exclusieve heffingsrecht over de inkomsten die X heeft genoten van Y.

Belanghebbende, X, verricht in 2014 voor zijn Zwitserse werkgever Y werkzaamheden als ‘Second Engineer ER’ op diverse schepen. De werkzaamheden hebben betrekking op het leggen van pijpleidingen op de zeebodem en het verwijderen van platforms. In 2014 heeft X gewerkt in de wateren van Australië, Brazilië, Namibië en internationale wateren. Uit een overzicht blijkt dat Y in Australië voor X € 35.244 aan belasting heeft afgedragen. De inspecteur rekent dit bedrag tot het loon van X en verleent vervolgens aftrek ter voorkoming van dubbele belasting. In geschil is of X ook voor het Zwitserse loon recht heeft op aftrek ter voorkoming van dubbele belasting en of het bedrag van € 35.244 terecht tot het loon uit dienstbetrekking is gerekend. Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het bedrag van € 35.244, dat door Y is afgedragen aan de Australische fiscus, tot het loon van X behoort. Verder heeft X volgens de rechtbank geen recht op een aftrek elders belast voor het Zwitserse inkomen. Hij kan niet met vrucht een beroep doen op het bepaalde in art. 15 lid 3 Belastingverdrag Nederland-Zwitserland. Nederland heeft namelijk het exclusieve heffingsrecht over de inkomsten die X heeft genoten van zijn Zwitserse werkgever in 2014 en 2015. In hoger beroep is alleen nog in geschil of X ex art. 15 lid 3 Belastingverdrag Nederland-Zwitserland recht heeft op aftrek ter voorkoming van dubbele belasting voor het gehele van Y genoten loon.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat X niet met vrucht een beroep kan doen op het bepaalde in art. 15 lid 3 Belastingverdrag Nederland-Zwitserland. Nederland heeft namelijk het exclusieve heffingsrecht over de inkomsten die X heeft genoten van Y (art. 15 lid 1 Belastingverdrag Nederland-Zwitserland). In 2014 is X inwoner van Nederland en hij heeft niet in Zwitserland gewerkt. Het hof acht daarbij onder andere van belang dat de schepen waarop X zijn werkzaamheden heeft uitgeoefend zijn bestemd voor het leggen van pijpleidingen voor olie- en gastransport. Het eventuele vervoer van personen en goederen op de schepen is bijkomstig aan die hoofdactiviteit. De resultaten uit de exploitatie van die schepen houden dan niet rechtstreeks verband met commercieel vervoer van personen en goederen per schip in internationaal verkeer. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de loonbelasting 1964 10

Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Australië tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen 15

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Zwitserse Bondsstaat tot het vermijden van dubbele belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en het voorkomen van het ontduiken en ontwijken van belasting 15

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Zwitserse Bondsstaat tot het vermijden van dubbele belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en het voorkomen van het ontduiken en ontwijken van belasting 3

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Rubriek: Inkomstenbelasting, Internationaal belastingrecht

Editie: 20 augustus

Informatiesoort: VN Vandaag

20

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen