Artikelen van Paul Schut
Ongehuwd samenwonen is tegenwoordig gemeengoed. Volgens het CBS woont bijna 31% van de mensen op hun 25e ongehuwd samen. Met enige regelmaat merk ik dat cliënten zelf niet goed weten wat de juridische status van hun relatie is. Zo wordt een geregistreerd partnerschap vaak verward met een samenlevingsovereenkomst. De fiscale wetgever maakt echter wel onderscheid. En daar komen de ongehuwden er in diverse opzichten bekaaid van af ten opzichte van hun gehuwde soortgenoten.

Het zal je maar gebeuren. Je hebt een arbeidsleven lang spaarzaam geleefd. Je zag kans de hypotheek af te lossen en ook nog te sparen. Pure noodzaak als je niet deelneemt aan een fiscaal gefaciliteerde pensioenregeling. Na al die jaren is de waarde van je huis gestegen tot € 1 mln. en ook je spaarpot is inmiddels € 1,5 mln. waard. En dan? Dan ben je vermogend.

Recent viel mijn oog op de uitspraak van Rb. Zeeland- West- Brabant 3 april 2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:2145, Belastingadvies 2024/11-12.8. Ouders schenken in die zaak hun onderneming aan hun kinderen waarbij van de BOR gebruik wordt gemaakt. Na drie jaar komt de onderneming in slecht weer en gaat deze failliet. Kort daarvoor sluiten moeder en de kinderen een overeenkomst, waarin zij verklaren te hebben gedwaald bij de schenking en worden de aandelen teruggeleverd aan moeder (vader is inmiddels overleden).

Het einde van het jaar nadert. Oliebollen en champagne strijden weldra om de aandacht. Maar voor het zover is, moeten partners eerst de onderlinge boekhouding bijwerken. U vraagt zich wellicht af welke boekhouding ik bedoel. Welnu, de boekhouding waaruit blijkt dat er vergoedingsrechten of andere vorderingen/schulden tussen partners zijn en of het (eventuele) periodieke verrekenbeding wel is uitgevoerd.

De Successiewet 1956 is een klein wetje met effectief 71 artikelen. Daarvan hebben er 26 betrekking op formele aspecten. Van de overige 45 artikelen zijn er 17 die op de een of andere manier een fictieve erfrechtelijke verkrijging of fictieve schenking veronderstellen. Dat is ongeveer 38%. Civielrechtelijk is dan geen sprake van een schenking of erfrechtelijke verkrijging.
Met enige regelmaat wordt mij gevraagd of kinderen kunnen worden onterfd. Meestal niet, omdat dit de sterke wens is van de vraagsteller, maar omdat er in den lande kennelijk nogal wat wilde – en vaak onjuiste – stellingen rondgaan.
De donkere tijd van het jaar nodigt uit tot terugkijken en vooruitblikken. Op fiscaal terrein is daarvoor meer dan voldoende reden.

Jaarlijks worden wij op initiatief van het kabinet en de Tweede Kamer overstelpt met nieuwe wetgeving. Mij bekruipt de laatste tijd het gevoel dat niet alle wetswijzigingen de praktijk dienen.

Voor de Successiewet 1956 is het civiele recht het uitgangspunt. Als civielrechtelijk sprake is van een schenking of vererving, bepaalt de Successiewet hoeveel schenk- of erfbelasting is verschuldigd. Fictiebepalingen zijn bedoeld om schenk- of erfbelasting te kunnen heffen, terwijl daarvoor civielrechtelijk geen grond is. De fiscale wet beoogt aan te sluiten bij de economische werkelijkheid om misbruik te bestrijden. Dit is begrijpelijk. Het wordt onbegrijpelijk als verschillende varianten economisch hetzelfde uitpakken en fiscaal anders worden behandeld.

Het einde van het jaar nadert. Voor menig belastingadviseur breken (nog) drukke(re) tijden aan, want 31 december is jaarlijks een fiscaal memorabele dag.
