Het hof oordeelt dat er geen sprake is van een vruchtgebruik dat is gevestigd krachtens testament. De Belastingdienst heeft de bloot eigendom van de woning dan ook terecht in box 3 belast.
Het gaat om de volgende zaak (Hof Arnhem-Leeuwarden 7 november 2017, ECLI:NL:GHARL:2017:9607). Een man overlijdt en heeft bij testament het vruchtgebruik van de hele nalatenschap gelegateerd aan zijn echtgenoot. Onder last van het legaat zijn de kinderen als erfgenaam benoemd. Tot de nalatenschap behoort onder andere de ouderlijke woning. Bij de verdeling van de nalatenschap krijgen de kinderen ieder 1/5 onverdeeld aandeel in de eigendom van de woning toebedeeld. De weduwe krijgt de beperkte rechten van gebruik en van bewoning met betrekking tot de woning toebedeeld. Met deze verdeling wordt afgeweken van het testament. De weduwe krijgt nu daarmee géén vruchtgebruik.
 
Eén kind rekent zijn aandeel in de bloot eigendom van de woning niet tot de bezittingen in box 3.
 
Het hof oordeelt dat de (bloot) eigendom van de woning en het recht van gebruik en bewoning is ontstaan bij de verdeling van de nalatenschap. Er is volgens het hof in het onderhavige geval geen sprake van een vruchtgebruik dat is gevestigd krachtens het testament. Hierdoor behoort het aandeel in de bloot eigendom tot de bezittingen in box 3.

Belang voor de praktijk

In artikel 5.4, derde lid Wet IB 2001 is geregeld dat in bepaalde situaties de bloot eigendom niet tot de bezittingen wordt gerekend (defiscalisering). Het gaat om de verkrijging van goederen die tot een nalatenschap behoren en waarop een (testamentair bepaald) recht van vruchtgebruik rust.
 
In de praktijk blijkt dat de nabestaanden het vruchtgebruik niet direct na het openvallen van de nalatenschap vestigen. Dit heeft tot gevolg dat de defiscalisering niet vanaf de eerste peildatum voor box 3 na het openvallen van de nalatenschap van toepassing is. Pas als het vruchtgebruik formeel is gevestigd, vindt defiscalisering plaats. In het besluit van de staatssecretaris van Financiën van 8 mei 2015, nr. BLKB2015/409M, Stct. 2015/13801 is goedgekeurd dat de defiscalisering met terugwerkende kracht geldt vanaf de eerste peildatum voor box 3 na het openvallen van de nalatenschap. Voorwaarde is dat het recht van vruchtgebruik wordt gevestigd binnen twee jaren na het overlijden van de erflater.
 

Bron: Fiscaal Juridisch Adviesbureau Nationale Nederlanden

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Inkomstenbelasting

773

Gerelateerde artikelen