Onbedoeld effect 150-kilometergrens
In het Verzamelbesluit is een ongewenst gevolg van de 150-kilometergrens gerepareerd. Weekers werd hier in 2012 al op gewezen door Ernst & Young Belastingadviseurs die dit onbedoelde effect aan de hand van een specifieke situatie van een cliënt onder zijn aandacht bracht.
Het betrof een cliënt die in 2008 vanuit India in Nederland was komen wonen en werken. In 2011 keerde de cliënt tijdelijk terug naar India. Recentelijk werd hij opnieuw tewerkgesteld in Nederland. Door deze nieuwe tewerkstelling voldeed de cliënt niet aan de sinds 2012 geldende eis dat hij in meer dan twee derde van de periode van 24 maanden voorafgaand aan de aanvang van de tewerkstelling in Nederland, woonachtig was op een afstand van meer dan 150 kilometer van de grens van Nederland. De cliënt verbleef namelijk in de periode van 24 maanden voorafgaand aan de tewerkstelling voornamelijk in Nederland.
Versoepeling met terugwerkende kracht
Hier is sprake van een ongewenst gevolg van de 150-kilometergrens, zo liet het Directoraat-Generaal Belastingdienst namens Staatssecretaris Weekers weten in een reactie aan Ernst & Young. Dit onbedoelde effect is daarom met terugwerkende kracht weggenomen. In het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 is nu een aanpasing van de 150-kilometergrens opgenomen. Hierdoor is het mogelijk dat iemand die de 30%-regeling heeft, vervolgens korte tijd in het buitenland verblijft en daarna terugkeert om in Nederland werkzaam te zijn, gebruik kan maken van de regeling.
De Belastingdienst verduidelijkt in het Handboek Loonheffingen 2013 dat dit mogelijk is als de eerste werkperiode in Nederland maximaal 8 jaar geleden is begonnen. De werknemer moet dan wel, vóór deze eerste werkperiode in Nederland, op een afstand van meer dan 150 kilometer van de Nederlandse grens hebben gewoond.
150-kilometergrens ter discussie
In een recente brief aan de Tweede Kamer benadrukt Weekers dat deze wijziging niet het gevolg is van rechterlijke uitspraken. Er lopen wel gerechtelijke procedures over de vraag of de 150-kilometergrens op zich zelf is toegestaan. Weekers antwoordt hierover in de brief als volgt: 'recent zijn er uitspraken gedaan door Rechtbank Breda en Rechtbank Haarlem. Uiteindelijk moet de Hoge Raad een definitief oordeel geven over de toelaatbaarheid van de 150
kilometergrens.'
Duidelijkheid over nabetalingen
De tweede wijziging in het Verzamelbesluit 2013 rondom de 30%-regeling betreft een verduidelijking van de looptijd. In de praktijk zorgde de looptijd van de bewijsregel voor onduidelijkheid. Met name de vraag of nabetalingen na beëindiging van de tewerkstelling in Nederland nog onder het regime van de 30%-regeling vallen, schepte verwarring. Daarom is in het Verzamelbesluit met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2012 verduidelijkt dat de looptijd eindigt op de laatste dag van het loontijdvak na het loontijdvak waarin de tewerkstelling van de ingekomen werknemer bij de inhoudingsplichtige is geëindigd.
In de artikelsgewijze toelichting bij het Verzamelbesluit legt Weekers uit dat hiermee wordt voorkomen dat een nabetaling in het loontijdvak dat volgt op het loontijdvak waarin de tewerkstelling is geëindigd net buiten de termijn van de bewijsregel zou vallen, waardoor die betaling niet onder de 30%-regeling zou vallen.
In de praktijk komt het erop neer dat als de laatste werkdag van een ingekomen werknemer bijvoorbeeld 19 februari 2013 is, de 30%-regeling nog toepasbaar is tot en met 31 maart 2013.
Ook deze wijziging is volgens Weekers niet ontstaan met het oog op rechterlijke uitspraken. Over de vraag of nabetalingen onder de 30%-regeling vallen, lopen nog gerechtelijke procedures. Laatstgenoemde procedures zien volgens Weekers echter op de jaren van vóór de wijzigingen van de 30%-regeling die met ingang van 1 januari 2012 van toepassing zijn.
Bron: Redactie TaxLive
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Loonbelasting