Aanscherping van regels
Er komen strengere regels voor trustkantoren. Al dan niet versneld door alle commotie rondom de Panama Papers is Minister Dijsselbloem van Financiën inmiddels een internetconsultatie gestart over zijn conceptwetsvoorstel toezicht trustkantoren 2018. De huidige Wet toezicht trustkantoren is toe aan een herziening, onder meer door voortschrijdend inzicht vanuit de toezichtpraktijk, gesignaleerde risico's vanuit De Nederlandsche Bank (DNB) als toezichthouder en Europese ontwikkelingen waaronder de vierde anti-witwasrichtlijn.
Poortwachterfunctie
Het wetsvoorstel is ingestoken vanuit de functie van trustkantoren als poortwachters van het Nederlandse financiële stelsel. Die poortwachterfunctie moet niet alleen witwassen en terrorismefinanciering voorkomen, maar ook fiscale fraude en het handelen in strijd met wet-en regelgeving en doel en strekking van de wet. Volgens Booij (partner bij De Bont Advocaten, docent belastingrecht aan de Universiteit Leiden en verbonden aan het International Tax Center in Leiden) is Nederland een van de weinige landen met een aparte toezichtwetgeving voor trustkantoren. "Het gaat hier om compliance wetgeving en die wordt strenger, evenals de handhaving. Trustkantoren hebben de rol om problemen en rotzooi buiten de deur te houden. Zij moeten in hun rol als poortwachter niet alleen zorgen voor een eigen integere en beheerste bedrijfsvoering. Ook de integriteit van hun klanten staat centraal."
Integriteitrisico's
Een van de uitvloeiselen van de poortwachterfunctie van trustkantoren is dan ook een (bij herhaling) onderzoek naar integriteitrisico's en hoe die te verkleinen en beheersbaar te maken. Dat onderzoek betreft niet alleen een cliëntenonderzoek, variërend van identificatie en verificatie van de directe klant tot aan de eigendoms- en zeggenschapsstructuur van de cliënt en de identificatie van de uiteindelijke belanghebbende. Het trustkantoor zal ook moeten onderzoeken waarom een klant gebruik maakt van bepaalde complexe structuren. Is deze structuur wellicht volledig fiscaal gedreven en wat is dan in de diverse betrokken landen acceptabel nu en in de toekomst? Booij voegt toe: "Niet alleen een check en vastlegging van de naleving van wet- en regelgeving in alle nationale en internationale schakels van de bedrijfsstructuur van de klant is belangrijk, maar ook of men handelt in de geest van de wet en in het maatschappelijk verkeer passend volgens het ongeschreven recht."
Veranderende samenwerking
Het vergaande integriteitonderzoek zal volgens Booij uiteindelijk leiden tot een veranderende samenwerking tussen trustkantoren en internationaal opererende fiscalisten. "Het trustkantoor is verantwoordelijk want die accepteert – na het in kaart brengen van de integriteitrisico's en de vastlegging van afwegingen – de klant en zijn bedrijfsstructuur. In de huidige praktijk bedenkt de fiscalist vaak de structuur en schakelt een trustkantoor in voor de uitvoering. In de toekomst zullen trustkantoren zich, door de nog grotere mate van verantwoordelijkheid, meer zelf gaan bemoeien met het opzetten van internationale structuren, waarbij de fiscaliteit niet per se meer leidend is. Trustkantoren zitten nog teveel in de uitvoerende modus, maar de tendens zal een actieve modus zijn."
Booij vervolgt: "Dit wil niet zeggen dat de rol van de belastingadviseur straks beperkt is. Fiscale adviezen blijven onveranderd belangrijk, maar die moeten wel gevraagd en verkregen zijn op het juiste niveau en van de juiste adviseurs. Bovendien zal het trustkantoor kennis in huis moeten hebben of halen om kritisch te kijken naar het opinie advies van de (buitenlandse) fiscalist om zo een goede analyse te kunnen maken van de integriteitrisico's. Ondanks juiste toepassing van wet- en regelgeving kan een opgezette mondiale bedrijfsstructuur namelijk nog steeds een integriteitrisico opleveren door agressieve taxplanning bezien vanuit de posities van alle betrokken landen. Dat betekent tevens dat het advies van de fiscalist veel meer omkleed zal moeten zijn en daar zitten kansen in verscholen voor een verdergaande samenwerking door een goede afstemming over alle feiten (fiscaal, juridisch, economisch, maatschappelijk) in de uitvoeringsfase tussen trustkantoor en fiscalist."
Bron: Redacteur Marit Muller
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Belastingrecht algemeen, Internationaal belastingrecht