De voorwaarden voor een individueel convenant voor Horizontaal Toezicht (HT) zijn vanaf 2020 strikter. Een aantal grote organisaties kan (nog) niet voldoen aan de nieuw geformuleerde voorwaarden. Hierdoor neemt het aantal grote organisaties met een individueel convenant af. Dat antwoordt staatssecretaris Van Rij van Financiën op vragen van het Kamerlid Idsinga.
HT bestaat sinds 2005 en kent twee varianten, individuele handhavingsconvenanten en convenanten via fiscaal dienstverleners. In 2018 is besloten om het HT door te ontwikkelen. De implementatie van de wijzigingen is in 2020 gestart.
Middelgrote organisaties kunnen vanaf 2020 alleen via een convenant met een fiscaal dienstverlener participeren in horizontaal toezicht. Met de grootste 100 bedrijven wordt ook geen individueel convenant meer gesloten. Voor deze bedrijven wordt een individueel toezichtplan opgesteld. Voor de overige grote organisaties zijn de voorwaarden voor een individueel convenant verduidelijkt en strikter gemaakt, in lijn met internationale ontwikkelingen en ontwikkelingen op het gebied van corporate governance. Voor een aantal organisaties zijn de nieuw geformuleerde voorwaarden dus (nog) niet haalbaar.
Volgens de staatssecretaris passen veel grote organisaties de uitgangspunten van horizontaal toezicht al toe, doordat zij werken aan hun Tax Control Framework en tax governance codes onderschrijven, zoals de onlangs door VNO/NCW gepubliceerde code en de internationale Global Reporting Initiative (GRI) 207.
Ook zijn de eerste geluiden over de doorontwikkeling van HT volgens de staatssecretaris niet negatief en hebben de wijzigingen gezorgd voor hernieuwde interesse van een aantal beroepsverenigingen en een aantal grote financieel dienstverleners.
Bron: MinFin
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Belastingrecht algemeen