Werkgevers die werknemers in dienst hebben die gebruik maken van de levensloopregeling doen er goed aan vroegtijdig te anticiperen op de aanstaande veranderingen dit jaar. Voor de werkgever is het van groot belang dat hij de veranderingen goed verwerkt. Dit stelt Gerard de Bruin van Accon avm. Voor sommige deelnemers is het tegoed definitief vrijgevallen per 1 januari 2013. Andere mogen blijven deelnemen. Werkgevers krijgen in het laatste geval te maken met een overgangsregeling.

 

De Bruin geeft de werkgever zes praktische tips over zaken als loonheffingen, het opnametegoed en de levensloopkorting:

Deelnemers met een tegoed van minder dan € 3.000

Heeft de werknemer deelgenomen aan de levensloopregeling en was zijn levenslooptegoed op 31 december 2011 minder dan € 3.000, dan is het tegoed definitief vrijgevallen op 1 januari 2013. Deze vrijval is belast voor de loonbelasting. De werkgever moet loonheffingen inhouden over 80% van het opgebouwde tegoed op 31 december 2011. Het rendement dat sinds 1 januari 2012 is opgebouwd over het levenslooptegoed, moet wel volledig belast worden. Tot 2012 bouwde de werknemer ook levensloopverlofkorting op over zijn inleg. Bij de berekening van de loonheffingen moet de werkgever rekening houden met deze opgebouwde levensloopverlofkorting. Voor werknemers die te maken krijgen met een vrijval heeft dit ook gevolgen voor eventuele inkomenstoeslagen (huurtoeslag, zorgtoeslag, etc.)

Deelnemers met een tegoed van € 3.000 of meer

Bedroeg het levenslooptegoed op 31 december 2011 € 3.000 of meer, dan mag de werknemer tot 2022 gebruik blijven maken van de levensloopregeling. Hij mag dus gewoon door blijven sparen.

Werkgever betaalt premies werknemersverzekeringen over opname

Per 1 januari 2013 is een eventuele inleg in de levensloopregeling aftrekbaar voor alle loonheffingen, dus ook voor de werknemersverzekeringen. De bijdrage van de werkgever is geen loon. Daar staat tegenover dat een eventuele opname loon is voor alle loonheffingen. De werkgever betaalt dus ook premies werknemersverzekeringen over een eventuele opname. Wanneer de werknemer op 1 januari 2013 61 jaar of ouder is geworden, dan geldt een afwijkende regeling.

Levenslooptegoed voor andere doeleinden

Als de werknemer zijn levenslooptegoed in 2013 vrijwillig in één keer volledig wil opnemen, dan profiteert hij ook van de 80%-regeling. De regeling pakt voor het overige hetzelfde uit als bij een tegoed van minder dan € 3.000. De werkgever moet dan dus ook loonheffingen inhouden over 80% van het opgebouwde tegoed op 31 december 2011. De eis dat levenslooptegoed alleen kan worden opgenomen voor verlof is komen te vervallen. Uw werknemer mag het levenslooptegoed dus ook voor andere doeleinden opnemen. Het tegoed dat uw werknemer heeft opgebouwd vanaf 1 januari 2012 valt wederom in zijn geheel onder de loonheffingen. Ook hier moet de werkgever bij de berekening van de loonheffingen rekening houden met de opgebouwde levensloopverlofkorting.

Einde levensloopregeling

Heeft uw werknemer zijn volledige tegoed in 2013 opgenomen, dan kan hij hierna niet meer bijstorten op de levenslooprekening. De levensloopregeling eindigt dan.

Nieuwe werkgever

De werkgever moet ook loonheffingen inhouden voor een ex-werknemer met een levenslooptegoed die na zijn vertrek geen nieuwe werkgever heeft gevonden.
 

 

Bron: Accon avm

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Loonbelasting

2

Gerelateerde artikelen