Bij beslag op uitkeringen of loon moet de beslagvrije ruimte per maand worden berekend. Daardoor valt al het inkomen boven de beslagvrije voet, waaronder het jaarlijks uitgekeerde vakantiegeld, hoe dan ook onder het beslag. Dit stelt advocaat-generaal Hammerstein op 14 februari 2014 in een vordering aan de Hoge Raad tot cassatie in het belang der wet.
Bij gerechtelijk beslag op lonen en uitkeringen wordt een beslagvrije voet gehanteerd om het bestaansminimum van de schuldenaar te waarborgen. Globaal komt dat neer op het vrijlaten van een bedrag dat gelijk is aan 90% van de bijstandsnorm, inclusief vakantie-uitkering. Dat bedrag wordt verondersteld noodzakelijk te zijn voor dagelijks levensonderhoud en de schuldeiser mag daarop dus geen beslag leggen.
 
De vakantie-uitkering wordt meestal eenmaal per jaar betaald. In die maand van betaling krijgt de schuldenaar een bedrag op zijn rekening dat meestal hoger is dan de beslagvrije voet. Als de schuldenaar in de voorafgaande maanden een inkomen heeft gehad dat lager was dan de beslagvrije voet, wordt soms geoordeeld dat de vakantie-uitkering niet (volledig) voor beslag in aanmerking komt. Zo oordeelde ook de kantonrechter in deze zaak. Zijn vonnis is onherroepelijk, maar de procureur-generaal bij de Hoge Raad kan zonder dat dit voor de betrokken partijen gevolgen heeft, cassatieberoep (in het belang der wet) instellen, waardoor de Hoge Raad in staat wordt gesteld een rechtsoordeel te geven. Dit rechtsoordeel is noodzakelijk omdat in de dagelijkse praktijk over deze kwestie verschillend wordt geoordeeld. Het is voor de gerechtsdeurwaarders van belang hoe zij moeten handelen, zeker nu over het hanteren van de beslagvrije voet in november 2013 een kritisch rapport van de Nationale ombudsman is verschenen ("Met voeten getreden", 2013/150) 
 
In deze zaak speelt de rechtsvraag of het vakantiegeld al dan niet een nabetaling is in de zin van art. 475b lid 3 Rv. Als het als nabetaling geldt dan zou dat er toe leiden dat het vakantiegeld dat is opgebouwd over de periode voorafgaand aan de beslaglegging ondanks het beslag aan de schuldenaar moet worden uitgekeerd. Geldt het niet als nabetaling dan kan op alles boven de beslagvrijevoet beslag worden gelegd, dus ook op het die maand uitgekeerde vakantiegeld. Volgens de AG is deze laatste uitleg de juridisch juiste.
 
Gelet op het feit dat in de praktijk onduidelijkheid bestaat over het antwoord op deze vraag, is het van belang dat de Hoge Raad deze rechtsvraag op korte termijn beantwoordt.
 

Bron: de Rechtspraak

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Invordering, Civiel recht algemeen

0

Gerelateerde artikelen