De arbeidskorting is versoberd en dat betekent voor veel mensen dat ze, in tegenstelling tot voorgaande jaren, een naheffing kunnen krijgen over hun inkomen. Het betreft vooral werknemers met een jaarinkomen van meer dan 40.248 euro in 2013, die relatief veel bijzondere beloningen ontvangen, zoals vakantiegeld, een dertiende maand en overwerkvergoedingen.
Kortingen
Bij de berekening van de loonheffing van uw medewerkers houden wij rekening met de algemene heffingskorting en de arbeidskorting. Iedereen die het hele jaar in Nederland woont en belastingplichtig is, heeft recht op de algemene heffingskorting. De arbeidskorting is een extra korting voor iedereen die werkt. Het doel daarvan is om werken fiscaal aantrekkelijk te maken. Beide kortingen zorgen ervoor dat u minder loonheffing op het salaris van uw medewerkers inhoudt.
Inkomensafhankelijk
De arbeidskorting is in 2013 sterker inkomensafhankelijk gemaakt. De arbeidskorting stijgt naarmate het inkomen hoger wordt (zie het kader op deze pagina). De maximale korting in 2013 is 1.723 euro. Vanaf een bepaald inkomensniveau daalt de korting echter weer. Het omslagpunt ligt bij een jaarinkomen van 40.248 euro. Werknemers met een inkomen boven de 40.248 euro krijgen dus minder korting dan medewerkers die 40.248 euro of minder verdienen. De korting daalt met vier procent van iedere euro die zij boven het niveau van 40.248 euro verdienen. Deze daling gaat door tot een ondergrens van 550 euro aan arbeidskorting is bereikt. Waarom kan deze systematiek voor een naheffing over het inkomen van uw werknemers zorgen? De arbeidskorting wordt immers verrekend met de loonheffing die u inhoudt op het salaris?
Eenmalige looncomponenten
Dat klopt voor zover het gaat over het reguliere salaris. Als uw werknemers extra beloningen, zoals vakantiegeld, een dertiende maand of een overwerkvergoeding ontvangen, dan vindt die verrekening niet plaats. Bij de uitvoering in de salarispakketten mag bij dergelijke eenmalige looncomponenten tegen bijzonder tarief namelijk geen rekening worden gehouden met de arbeidskorting.
Vervelend deurmatmoment
Medewerkers met een jaarinkomen boven de 40.248 euro kunnen daarom een vervelend moment beleven zodra een blauwe envelop op de deurmat ploft. Door de verhoging van hun reguliere jaarsalaris met de éénmalige looncomponenten maken zij aanspraak op minder korting dan in eerste instantie berekend was op de loonstrook: zij moeten terugbetalen. De terugbetaling over 2013 kan in extreme gevallen oplopen tot maximaal 1.173 euro (1.723 euro minus 550 euro). Voor mensen die méér verdienen dan 40.248 euro, is het verstandig hier rekening mee te houden. Een rekenvoorbeeld treft u hieronder aan.
Voorbeeldberekening naheffing arbeidskorting
Stel dat iemand een bruto maandsalaris van 3.100,00 heeft, dan verdient hij/zij 37.200 euro per jaar. Daarbij komt dan nog 2.976 euro vakantiegeld. Dat is dus in totaal 40.176 euro. Mocht diegene ook nog een dertiende maand krijgen, dan komt het totale jaarsalaris op 43.276 euro.
Dat is een verschil met de drempel van 40.248 euro van 3.028 euro. Daar zal dan 4 procent toeslag over berekend worden. Deze persoon zal dan, in tegenstelling tot voorgaande jaren nog een naheffing krijgen van 121,12 euro (4 procent van 3.028 euro). Bron: FNV
Laag inkomen
Voor werknemers met een laag inkomen kan de afrekening met de fiscus overigens een meevaller betekenen. Dat wil zeggen: als zij met hun salaris exclusief eenmalige looncomponenten de korting nog niet volledig hadden benut.
Arbeidskorting 2013 (voor 65-minners)
- Inkomen t/m 8.816 euro: korting 1,827% van inkomen
- Inkomen tussen 8.817 en 18.502 euro; korting 161 euro + 16,115% van dit inkomensdeel
- Inkomen tussen 18.503 en 40.248 euro: korting 1.723 euro
- Inkomen tussen 40.249 en 69.573 euro: korting 1.723 euro – 4% van dit inkomensdeel
- Inkomen vanaf 69.574 euro: korting 550 euro
Bron: Alfa Accountants en Adviseurs
1