Het nieuwe Amerikaanse belastingplan zal president Trump zelf geen windeieren leggen. De verwachting is echter dat dit plan verder reikt dan Amerika en de familie Trump en zelfs gevolgen zal hebben voor het Nederlandse vestigingsklimaat. Maaike Muit, senior manager International Tax Services bij EY, wijst op de voorgestelde 'transition tax' als voorbode van een Amerikaanse deelnemingsvrijstelling voor dividenden.

Belastinghervorming in aantocht

In de vroege ochtend van zaterdag 2 december stemde de Amerikaanse Senaat in met een grootscheepse belastinghervorming. Het belastingplan is echter nog zeker niet definitief. Het Huis van Afgevaardigden had namelijk al eerder ingestemd met een andere versie. Beide belastingplannen komen voor een groot gedeelte overeen, maar kennen ook aanzienlijke verschillen. Er kunnen nu dus twee dingen gebeuren, legt Muit uit. "Het Huis van Afgevaardigden stemt in met het voorstel van de Senaat maar dat is onwaarschijnlijk, of er komt na een onderhandeling tussen het Huis en de Senaat (‘reconciliation') een gezamenlijk belastingvoorstel waar beide partijen mee instemmen. Die onderhandelingen zijn op dit moment aan de gang." Dit nieuwe voorstel is overigens pas definitief van kracht als president Trump zijn handtekening eronder zet. Als het aan hem ligt gebeurt dat nog voor de Kerst.

Transition tax

Naast een verlaging van het Vpb-tarief naar 20%, vormt een belangrijk onderdeel van de belastinghervorming de ‘transition tax'. Momenteel zijn winsten behaald in het buitenland in principe niet belast in Amerika, totdat de buitenlandse resultaten in de vorm van dividend worden teruggehaald naar de US. Een uitzondering hierop zijn de Amerikaanse CFC regels. Amerikaanse multinationals hebben er nu dus alle belang bij om de winsten van hun buitenlandse dochtermaatschappijen (zogenoemde ‘earnings and profits' (E&P)) zolang mogelijk 'offshore' te houden. Het uit het buitenland ontvangen dividend wordt bij de US aandeelhouder volledig belast," legt Muit uit. "Om dubbele belasting te voorkomen verleent Amerika een verrekening of vermindering van de reeds in het buitenland betaalde belasting, zoals de Nederlandse vennootschapsbelasting. Maar ook bijvoorbeeld dividendbelasting ten laste van een Amerikaanse aandeelhouder is momenteel een verrekenbare belasting. Dit verrekeningssysteem gaat op de schop. Amerika wil namelijk toe naar een vrijstelling voor buitenlandse dividenden. De transition tax is een voorbode van deze overgang van verrekening van buitenlandse winstbelasting naar een deelnemingsvrijstelling voor dividenden en draagt flink mee om de Amerikaanse belastinghervorming budgettair te financieren. Kort gezegd houdt de transition tax in dat de Amerikaanse aandeelhouder eenmalig belasting betaalt over de bij een buitenlandse dochtermaatschappij aanwezige winsten. Dit geldt ongeacht of de Amerikaanse aandeelhouder de winsten terughaalt naar Amerika. Voor deze belasting geldt wel een lager effectief belastingtarief (7,5% / 14,5%) waarbij het tarief afhankelijk is van de liquiditeit van de winstreserves."
 
"Die eenmalige afrekening," vervolgt Muit, "zou kunnen betekenen dat de Amerikaanse aandeelhouder de offshore gehouden cash (deels) terughaalt naar de US om zo de transition tax te kunnen voldoen. Dit kan gevolgen hebben voor Nederlandse houdstermaatschappijen van Amerikaanse multinationals. Deze zullen moeten gaan kijken of de deelnemingsvrijstelling op te ontvangen dividenden uit andere jurisdicties van toepassing is en of er voor de dooruitdeling naar Amerika een vrijstelling voor dividendbelasting geldt."

Deelnemingsvrijstelling

Met de deelnemingsvrijstelling wil Amerika de bestaande prikkel om geld offshore te houden elimineren. Muit: "Onder het regime waar de US naartoe wil – een vrijstelling voor dividenden – geldt echter dat er geen buitenlandse dividendbelasting meer kan worden verrekend. Voor de Amerikaanse multinational zal betaalde dividendbelasting in de toekomst een kostenpost zijn. Voor Europese hoofdkantoren van Amerikaanse multinationals gevestigd in Nederland is het dus van belang dat dividenduitkeringen aan Amerika niet zijn onderworpen aan dividendbelasting. Dat is nu vaak al het geval door toepassing van het belastingverdrag en per 1 januari 2018 nog vaker aangezien de Nederlandse vrijstelling van dividendbelasting wordt uitgebreid naar derde verdragslanden. Daarnaast is van belang dat er geen dividendbelasting drukt op uitkeringen uit andere landen aan Amerika. In de toekomst kan het dus voordelig zijn om toekomstige uitbreidingen/expansie naar landen die geen volledige vrijstelling verlenen voor een dividenduitkering aan Amerika, te laten houden door een groepsmaatschappij in een land dat wel voor vrijstelling in aanmerking komt."
 
Met een deelnemingsvrijstelling in Amerika, een verlaagd Vpb-tarief van 20% en verschillende maatregelen om buitenlands inkomen direct in de Amerikaanse heffing te brengen (ongeacht of de winsten daar ook thuis horen conform OESO-principes), komt de positie van Europese hoofdkantoren en de vestiging van Amerikaanse bedrijven in Nederland echter wel in het geding. De vraag blijft in hoeverre Nederland – naast haar fiscale klimaat – nog voldoende aantrekkelijk blijft. 

Bron: Redacteur Marit Muller

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Internationaal belastingrecht

88

Gerelateerde artikelen