Een bestuurder kan aansprakelijk worden gesteld voor belastingschulden van de bv die al zijn ontstaan vóór zijn of haar toetreden, hoewel men dit niet direct zou verwachten. Het is daarom als (toekomstig) bestuurder belangrijk om goed op de hoogte te zijn van de fiscale positie van de rechtspersoon op het moment van toetreden tot het bestuur, alsmede in de periode van het bestuurderschap. Dit voorkomt ongewenste verrassingen.
Op het moment dat een bestuurder van een rechtspersoon is aangetreden draagt hij/zij een aansprakelijkheidsrisico voor de belastingschulden van de rechtspersoon, ongeacht of deze geformaliseerd zijn in een aanslag. Dit is geregeld in artikel 36 van de Invorderingswet 1990. Om onverwachte verrassingen te voorkomen is het daarom belangrijk om als nieuwe bestuurder zeker te zijn dat alle belastingschulden op het moment van aantreden inzichtelijk zijn.
 
De rechtspersoon is verplicht om onverwijld een melding betalingsonmacht te doen, als de rechtspersoon niet tot betaling van o.a. loonbelasting en omzetbelasting in staat is. Namens de rechtspersoon mag elke bestuurder deze melding doen. Onder ‘onverwijld' wordt verstaan binnen twee weken na de dag waarop de betaling behoorde te worden voldaan of afgedragen.
Een tijdige melding betalingsonmacht is een belangrijke stap om het aansprakelijkheidsrisico als bestuurder te beperken.
 
Let als bestuurder dan ook goed op de fiscale positie van de rechtspersoon; zowel net voor het aantreden als bestuurder, als ook tijdens het bestuurderschap.
 
 

Bron: Baker Tilly Berk

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Invordering

0

Gerelateerde artikelen