Recent heeft het Europese Hof van Justitie (HvJ EU) een belangrijke uitspraak gedaan over de btw-positie van holdingvennootschappen.

Dat meldt Baker Tilly Berk. In de uitspraak ging het om holdingvennootschappen die tegen vergoeding administratieve, commerciële en beheersdiensten verrichten aan hun deelnemingen. De vraag was of de btw op kosten met betrekking tot de verwervingen van de deelnemingen in aftrek kon worden gebracht.

Oordeel van het HvJ EU

Het HvJ EU heeft geoordeeld dat de btw op kosten die betrekking hebben op het verwerven en het houden van een deelneming volledig in aftrek kan worden gebracht, voor zover de holdingvennootschap tegen vergoeding prestaties verricht aan de deelneming. Een aftrekbeperking komt alleen aan bod bij een holdingvennootschap indien en voor zover (ook) deelnemingen worden gehouden waaraan geen prestaties tegen vergoeding worden verricht.

Pre pro rata

Dit betekent dat de btw op kosten die rechtstreeks betrekking hebben op het ‘passief' houden van deelnemingen niet aftrekbaar is. Voor zover een holdingvennootschap kosten maakt die zowel betrekking hebben op deelnemingen waaraan beheersdiensten worden verricht, als op deelnemingen waarvan de aandelen passief worden gehouden, kan de btw op die kosten slechts gedeeltelijk in aftrek worden gebracht (pre pro rata). Voor deze ‘gemengde' holdingvennootschappen geldt wel dat de Nederlandse Holdingresolutie onder voorwaarden nog steeds argumenten biedt tegen deze gedeeltelijke aftrekbeperking.

Lees in dit verband ook het interview met btw-specialiste Madeleine Merkx.

Bron: Baker Tilly Berk

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Omzetbelasting

1

Gerelateerde artikelen