Directeur-grootaandeelhouders (DGA's) bepalen zelf de hoogte van hun salaris. In het verleden werd daardoor regelmatig een laag salaris vastgesteld. De politiek achtte dat onwenselijk en heeft aan het salaris van de DGA normen gesteld. Een DGA dient zichzelf hierdoor een ‘gebruikelijk loon' toe te kennen. Het vaststellen van dit gebruikelijke loon kon tot en met 2014 via twee methoden plaats vinden: de vergelijkingsmethode en de afroommethode.

Vergelijkingsmethode

De vergelijkingsmethode vloeit voort uit de wet en houdt in dat het loon van een DGA tot en met 2014 ten minste gesteld moest worden op het hoogste bedrag van de volgende bedragen:
  1. 70% van het loon uit een soortgelijke dienstbetrekking;
  2. het hoogste loon van de werknemers die in dienst zijn van deze onderneming, of met deze onderneming verbonden lichamen;
  3. € 44.000.
Hierbij gold nog wel een tegenbewijsregeling: Als een gebruikelijk loon voor een soortgelijke dienstbetrekking lager was dan € 44.000, mocht het loon op dat salaris worden vastgesteld. 

Afroommethode

Daarnaast kon in specifieke gevallen de afroommethode worden toegepast, dankzij geldende rechtspraak. Bij deze methode wordt het vast te stellen gebruikelijk loon afgeleid van de werkzaamheden van de DGA en de daarmee verband houdende gerealiseerde omzet. 

Arrest

Recentelijk heeft de Hoge Raad geoordeeld  dat de systematiek van de wet bepaalt dat de vergelijkingsmethode altijd voorrang heeft op de afroommethode. De afroommethode kan dus alleen worden toegepast als er geen soortgelijke dienstbetrekking is.

Gevolgen voor de periode na 1 januari 2015

Met ingang van 1 januari 2015 is de wet gewijzigd. Vanaf die datum is de dga verplicht de hoogte van het loon te stellen op ten minste het hoogste bedrag van de volgende bedragen:
  1. 75% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking;
  2. het hoogste loon van de werknemers die in dienst zijn van deze onderneming, of met deze onderneming verbonden lichamen;
  3. € 44.000.
De vergelijkingsmethode kan daardoor vanaf 2015  in alle gevallen worden toegepast. Door de wetswijziging moet het loon van de DGA namelijk vergeleken worden met de meest vergelijkbare dienstbetrekking, in plaats van een soortgelijke dienstbetrekking. Er is altijd sprake van een meest vergelijkbare dienstbetrekking waardoor de afroommethode door deze wetswijziging in combinatie met dit arrest buiten spel gezet is.
 
 

Bron: Baker Tilly Berk

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Loonbelasting

1

Gerelateerde artikelen