De staatssecretaris van Financiën heeft onlangs een besluit gepubliceerd waarin hij goedkeurt dat de samenloopvrijstelling overdrachtsbelasting van toepassing is bij de verkrijging van grond die volgens de Nederlandse btw-wetgeving nog niet kwalificeert als bouwterrein, maar volgens de Europese Btw-richtlijn wel. Daarmee geeft hij duidelijkheid aan de praktijk en bevestigt hij dat de eerdere uitspraak van de rechter hierover juist is.
Het begrip ‘bouwterrein' zoals opgenomen in de Nederlandse btw-wetgeving heeft een beperkter toepassingsbereik dan het begrip bouwterrein in de Btw-richtlijn. In de praktijk speelt de vraag of bij de verkrijging van een bouwterrein op basis van de Btw-richtlijn, de samenloopvrijstelling van toepassing is zodat geen overdrachtsbelasting verschuldigd is. Het artikel waarin de samenloopvrijstelling is opgenomen, verwijst namelijk naar het Nederlandse begrip bouwterrein.
Om de samenloopvrijstelling in een dergelijke situatie te kunnen toepassen stelt de staatssecretaris als belangrijkste voorwaarden dat een verzoek tot toepassing van de vrijstelling moet worden ingediend bij de Belastingdienst en dat de leverancier en afnemer zich beiden op het standpunt stellen dat bij de levering van het bouwterrein btw is verschuldigd. De goedkeuring heeft terugwerkende kracht tot 17 december 2015. Dit is de datum waarop Rechtbank Zeeland-West Brabant oordeelde dat de samenloopvrijstelling van toepassing moet zijn bij de levering van een bouwterrein in de zin van de Btw-richtlijn.
Bron: Baker Tilly Berk
2