De overheid stimuleert met de innovatiebox investeringen in innovatie door het bedrijfsleven. Deze fiscale stimuleringsmaatregel verlaagt de vennootschapsbelasting over de winst uit innovaties naar 5%. Doordat er binnen de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) afspraken zijn gemaakt over belastingontwijking, kan de innovatiebox in zijn huidige vorm niet blijven bestaan. Het kabinet heeft een conceptwetsvoorstel gedaan om de regeling aan te passen. Bedrijven die gebruik maken van de innovatiebox doen er verstandig aan te onderzoeken welke consequenties de wijzigingen in de innovatiebox voor hen kunnen gaan hebben.

Conceptwetsvoorstel 

Het uitgangspunt is dat de innovatiebox onveranderd toepasbaar blijft voor de meerderheid van belastingplichtigen die op dit moment gebruikmaken van de innovatiebox. Er zijn geen plannen om het tarief van 5% te wijzigen. Het conceptwetsvoorstel bepaalt dat ieder immaterieel activum moet voortvloeien uit speur- en ontwikkelingswerk waarvoor aan de belastingplichtige een S&O-verklaring is afgegeven. De S&O-verklaring wordt centraal gesteld als ‘toegangsticket'.

Beperkte toegang voor grotere bedrijven

De toegang tot de innovatiebox wordt beperkt voor bedrijven die gemiddeld over vijf jaar een groepsomzet hebben van meer dan € 50 miljoen per jaar en een omzet hebben uit innovatieve activa van meer dan € 7,5 miljoen per jaar. Deze bedrijven kunnen de innovatiebox in de toekomst alleen nog toepassen, als zij naast de hiervoor genoemde S&O-verklaring ook beschikken over een:
  • octrooi of kwekersrecht; of
  • programmatuur; of
  • vergunning voor het in de handel brengen van een geneesmiddel voor menselijk gebruik of een vergunning voor het in de handel brengen van een geneesmiddel voor dierlijk gebruik

Definitief wetsvoorstel

Het conceptwetsvoorstel is via een internetconsultatie gepubliceerd. Het commentaar op deze consultatie wordt meegenomen in het definitieve wetsvoorstel. De verwachting is dat het definitieve wetsvoorstel op Prinsjesdag (20 september 2016) bekend wordt. De nieuwe wetgeving zal dan per 1 januari 2017 van kracht worden.

Overgangsrecht

De verwachting is dat de nieuwe regels van toepassing zijn op boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2017. Het conceptwetsvoorstel voorziet in overgangsrecht voor immateriële activa die zijn voortgebracht vóór 30 juni 2016. De bestaande innovatiebox zal in beginsel op deze activa van toepassing blijven. Het overgangsrecht eindigt in 2021.
 
 

Bron: Baker Tilly Berk

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Vennootschapsbelasting

0

Gerelateerde artikelen