De rechtbank heeft onlangs geoordeeld dat een arts met een praktijk voor natuurgeneeskunde die tevens acupunctuur toepast, ook voor wat betreft de acupunctuur is vrijgesteld van btw.

De casus

De belanghebbende is als arts ingeschreven in het BIG (Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg)-register. Hij heeft een aanvullende postacademische acupunctuuropleiding gevolgd en is lid van de NAAV (Nederlandse Artsen Acupunctuur Vereniging). De arts behandelt zijn patiënten als elke andere arts, met het verschil dat na het onderzoek van de patiënt en het stellen van de diagnose overwogen wordt of bij de behandeling gebruik zal worden gemaakt van acupunctuur.  
Met ingang van 1 januari 2013 is de btw-vrijstelling voor de gezondheidskundige verzorging van de mens door een BIG-geregistreerde beroepsbeoefenaar aangescherpt. Vanaf 1 januari 2013 geldt deze btw-vrijstelling alleen onder de volgende cumulatieve voorwaarden:
  • De diensten worden verricht door beoefenaren van een beroep waarvoor regels zijn gesteld bij/krachtens de Wet BIG;
  • De diensten betreffen de gezondheidskundige verzorging van de mens;
  • De beroepsbeoefenaren zijn ingeschreven in het daartoe ingestelde BIG-register;
  • De diensten behoren tot het deskundigheidsgebied van de beroepsbeoefenaar en zijn onderdeel van de BIG-opleiding;
  • Het gaat om diensten verricht aan de individuele patiënt (= rechtstreeks contact, ook telefonisch of per e-mail).
Volgens een besluit van de staatssecretaris van Financiën valt niet-reguliere geneeskunde, zoals acupunctuur, vanaf 1 januari 2013 niet meer onder de btw-vrijstelling. De belanghebbende heeft daarom in zijn aangifte over het eerste kwartaal 2013 btw voldaan over de acupunctuurbehandelingen.

Het geschil

De belanghebbende heeft tegen de btw-afdracht op aangifte bezwaar gemaakt, omdat hij van mening is dat acupunctuur onder de medische vrijstelling valt. De inspecteur heeft het bezwaar afgewezen, waartegen de belanghebbende in beroep is gegaan.

Overwegingen en uitspraak

De rechtbank heeft in zijn uitspraak overwogen dat het deskundigheidsgebied van een arts ingevolge de Wet BIG erg ruim is. Daaronder valt ook acupunctuur te scharen, aangezien dit onmiskenbaar gericht is op het genezen van een ziekte. Volgens de rechtbank is het ook van belang dat de KNMG (Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst) gedragsregels heeft gegeven voor artsen die (mede) gebruik maken van niet-reguliere behandelwijzen en dat complementaire zorg in verschillende ziekenhuizen in Nederland wordt toegepast. De rechtbank stelt verder vast dat het curriculum van de opleiding tot arts niet wettelijk is geregeld en door universiteiten en universitaire medische centra zelf kunnen worden vastgesteld. Acupunctuur vormt een onderdeel van het keuzevak ‘Complementaire zienswijze in de zorg' van de artsenstudie op de universiteiten in Utrecht en Groningen. Een aanvullende opleiding voor acupunctuur is weliswaar geen BIG-gereguleerde opleiding, maar ligt volgens de rechtbank wel in het verlengde van en vormt een evidente verdieping op de initiële BIG-opleiding. Vast staat wel dat de belanghebbende een artsenopleiding heeft gevolgd waarvan de studie van o.a. acupunctuur geen deel van uitmaakte. De rechtbank acht aannemelijk dat de door belanghebbende tijdens zijn aanvullende postacademische acupunctuuropleiding verkregen kennis en vaardigheden inzake de toepassing van acupunctuur (ver) uitgaan boven die van artsen die acupunctuur slechts als onderdeel van de artsenopleiding hebben bestudeerd en ten minste gelijk is aan de door die artsen in het kader van een vervolgopleiding verworven kennis en vaardigheden.
De rechtbank oordeelt dat de door belanghebbende verrichte acupunctuurbehandelingen vrijgesteld zijn van btw.

Voor de praktijk

Voor de praktijk biedt dit naar de mening van BDO niet alleen mogelijkheden voor artsen die acupunctuur toepassen, maar wellicht ook voor andere niet-reguliere geneeswijzen. Met het keuzevak ‘Complementaire zienswijze in de zorg' in Utrecht maakt de student kennis met de praktijk van acupunctuur, homeopathie, antroposofische geneeskunde en integrative medicine. Een arts die een vervolgopleiding in de andere drie behandelwijzen heeft genoten, zal een beroep kunnen doen op deze uitspraak. Het is niet uitgesloten dat vergelijkbare gevallen zich voordoen binnen andere medische beroepen.
 
 

Bron: BDO

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Omzetbelasting

0

Gerelateerde artikelen