Nederland kan belasting heffen over het wereldinkomen van haar inwoners; het inkomen waar ook ter wereld verdiend. Het kan echter zijn dat het bronland ook wil heffen over dit inkomen, bijvoorbeeld als een inwoner van Nederland fysiek in dat land heeft gewerkt.
Daarom heeft Nederland belastingverdragen gesloten met een groot aantal landen. In deze verdragen heeft Nederland met de betreffende landen afspraken gemaakt om te zorgen dat men niet dubbel betaald. Dit noemen we voorkoming van dubbele belastingheffing.
Methodes voor de voorkoming van dubbele belastingheffing
Er bestaan twee manieren waarop Nederland voor haar inwoners een dergelijke voorkoming van dubbele belastingheffing kan bereken.
Casus
Stel: de heer X woont in Nederland maar werkt in Qatar. Zijn salaris bedraagt € 50.000 gedurende het belastingjaar 2017. Tegen een belastingtarief van 50% (fictief tarief voor het voorbeeld) betaalt hij over zijn salaris € 25.000 aan belasting in Nederland. 80% van zijn salaris ziet op de werkzaamheden uitgevoerd in Qatar en op basis van het belastingverdrag tussen Nederland en Qatar mag Qatar belasting over dit deel van het salaris heffen. Qatar kent echter geen heffing van inkomstenbelasting over het salaris.
1. De verrekeningsmethode
Deze houdt simpelweg in dat de daadwerkelijk in het buitenland betaalde belasting in mindering worden gebracht op de Nederlandse belasting.
De verrekening bedraagt dan: € 25.000 -/- € 0 = € 25.000.
2. De vrijstellingsmethode
Over het deel van het salaris waarover het bronland mag heffen op basis van het verdrag wordt geen Nederlandse belasting berekend. De berekening ziet er dan als volgt uit:
(deel van het salaris dat in het buitenland is belast / 100% salaris) * belasting over 100% salaris
In het hiervoor gegeven voorbeeld bedraagt de voorkoming: (€ 40.000 / € 50.000) * € 25.000 = € 20.000
De heer X is in dit geval slechts € 5.000 aan belasting verschuldigd.
Uit voorgaande voorbeelden wordt duidelijk dat de wijze waarop voorkoming wordt verleend een groot effect kan hebben op de uiteindelijk in Nederland verschuldigde belasting! Met name indien er een groot verschil zit tussen het tarief in Nederland en het tarief in het bronland. Het gevolg hiervan is dat de belastingdruk voor Nederlanders die in de Golfstaten werken aanzienlijk hoger is dan voor lokale werknemers.
Vrijstellingsmethode voor de Golfstaten
Op basis van de belastingverdragen met de Golfstaten (Bahrein, Koeweit, Oman, Qatar, Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten) gold tot voor kort verplicht slechts de verrekeningsmethode. Bij Besluit van 7 september 2017 heeft de staatssecretaris van Financiën echter goedgekeurd dat nu ook met betrekking tot de Golfstaten de vrijstellingsmethode toegepast kan worden. De goedkeuring ziet op de volgende inkomsten.
Bahrein: ‘reguliere' inkomsten uit dienstbetrekking, inkomsten uit dienstbetrekking van personeel aan boord van een luchtvaartuig (piloten en stewards) of een schip in het internationaal verkeer en inkomsten uit dienstbetrekking voor offshore werkzaamheden
Koeweit: inkomsten uit dienstbetrekking voor offshore werkzaamheden
Oman: ‘reguliere' inkomsten uit dienstbetrekking en inkomsten uit dienstbetrekking van personeel aan boord van een luchtvaartuig (piloten en stewards) of een schip in het internationaal verkeer
Qatar: inkomsten uit dienstbetrekking van personeel aan boord van een luchtvaartuig (piloten en stewards) of een schip in het internationaal verkeer en inkomsten uit dienstbetrekking voor offshore werkzaamheden
Saoedi-Arabië: inkomsten uit dienstbetrekking van personeel aan boord van een luchtvaartuig (piloten en stewards) of een schip in het internationaal verkeer
VEA: inkomsten uit dienstbetrekking van personeel aan boord van een luchtvaartuig (piloten en stewards) of een schip in het internationaal verkeer
Vooral voor piloten en ander vliegend personeel werkzaam voor een luchtvaartmaatschappij gevestigd in één van de Golfstaten kan deze goedkeuring een belangrijke wijziging in de belastingpositie meebrengen.
Terugwerkende kracht
De goedkeuring werkt met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2015. Dit betekent dat het ook kan baten om de aangiften inkomstenbelasting 2015 en 2016 opnieuw te beoordelen en eventueel om een teruggaaf te verzoeken.
Bron: BDO
22