Op 29 mei 2015 heeft Rechtbank Zeeland-West-Brabant geoordeeld dat een chiropractor is vrijgesteld van btw. Deze uitspraak opent eveneens deuren voor andere (para)medische beroepen die niet onder de regels van de Wet BIG vallen.

Striktere vrijstelling sinds 2013

Met ingang van 1 januari 2013 geldt de btw-vrijstelling voor medici alleen onder de volgende cumulatieve voorwaarden:
  • De diensten worden verricht door beoefenaren van een beroep waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Wet BIG;
  • De diensten betreffen de gezondheidskundige verzorging van de mens;
  • De beroepsbeoefenaren zijn ingeschreven in het daartoe ingestelde BIG-register;
  • De diensten behoren tot het deskundigheidsgebied van de beroepsbeoefenaar en zijn onderdeel van de BIG-opleiding; 
  • Het gaat om diensten verricht aan de individuele patiënt.
Het ministerie van Financiën en de Belastingdienst houden strikt vast aan deze voorwaarden. Een niet-BIG-geregistreerde beroepsbeoefenaar kan niet langer de vrijstelling genieten. Dat is ook expliciet voor chiropractoren benoemd.

De casus

Een chiropractor heeft twee universitaire diploma's behaald: in België in de motorische revalidatie en kinesitherapie en in Groot-Brittannië in chiropraxie. Hij is lid van de Nederlandse Chiropractoren Associatie, is ingeschreven in het kwaliteitsregister van de Stichting Chiropractie Nederland en beschikt over een AGB-code ten behoeve van declaraties bij zorgverzekeraars.
 
In Nederland bestaat geen opleiding tot chiropractor. Dit betreft dus geen BIG-opleiding. Een chiropractor kan zich niet als zodanig inschrijven in het BIG-register. De chiropractor heeft daarom over het eerste kwartaal 2013 btw afgedragen over zijn omzet. Hij voldoet immers wettelijk niet aan de vrijstellingsvereisten. Wel heeft hij tegen de btw-afdracht bezwaar gemaakt. De chiropractor stelt dat chiropraxie concurreert met fysiotherapie. 80% van het werkdomein van chiropractoren en fysiotherapeuten is hetzelfde. Een fysiotherapeut valt wel onder de Wet BIG en kan daarom de btw-vrijstelling toepassen. Volgens de chiropractor zou hij net als de fysiotherapeut de btw-vrijstelling moeten kunnen toepassen. De Belastingdienst stelt dat de beroepen niet vergelijkbaar zijn omdat het verschillende behandeltechnieken betreft en omdat fysiotherapie deels wel en chiropraxie niet uit de basisverzekering wordt vergoed.

Het oordeel

De rechtbank volgt de chiropractor. Uit de regelgeving volgt dat de Nederlandse wetgever kwaliteitseisen mag stellen aan de beroepen die in aanmerking komen voor de medische vrijstelling. In Nederland is ervoor gekozen om voor die kwaliteit aan te sluiten bij de Wet BIG. De rechtbank geeft echter aan dat de bevoegdheid van de wetgever wordt begrensd door het neutraliteitsbeginsel. Dit beginsel verzet zich ertegen dat soortgelijke diensten – die dus met elkaar in concurrentie staan – voor de btw anders worden behandeld. Wel moet sprake zijn van een voor de zorgontvanger gelijkwaardig kwaliteitsniveau. Gezien het feit dat patiënten naar hem worden doorverwezen door huisartsen en fysiotherapeuten en dat de kosten (deels) worden vergoed vanuit de aanvullende zorgverzekering, meent de rechtbank dat de kwaliteit van de chiropractor gelijkwaardig is aan die van een fysiotherapeut. Dat sprake is van een verschil in behandeltechnieken staat niet in de weg van dit gelijkwaardige kwaliteitsniveau.

Voor de praktijk

BDO verwacht dat het ministerie wel in hoger beroep zal gaan tegen deze uitspraak, dus het laatste woord is hierover nog niet gezegd.  Voor de medische praktijk is dit een erg belangrijke uitspraak. Hiermee wordt de discussie die vóór 2013 bestond over de ruimere toepassing van de btw-vrijstelling voor kwalitatief gelijkwaardige (para)medische beroepen weer volledig actueel. De rechtbank verwijst ook naar de jurisprudentie over perioden van vóór 2013 en past die toe binnen de nieuwe vrijstellingsbepaling. Het ministerie dacht vanaf 1 januari 2013 van deze discussie af te zijn. De rechtbank haalt deze illusie onderuit en biedt ook mogelijkheden voor andere (para)medische beroepen die niet BIG-geregistreerd zijn. Te denken valt aan osteopathie en neuraaltherapie, maar ook praktijkondersteuners en wellicht zelfs gz-psychologen die zonder BIG-opleiding aantoonbaar gelijke prestaties verrichten van gelijkwaardige kwaliteit aan die van BIG-geregistreerde beroepsbeoefenaren. Ook andere recente uitspraken bieden hiertoe handvatten.
 
Beroepsbeoefenaren die menen voor de medische btw-vrijstelling in aanmerking te komen, doen er goed aan tijdig (binnen zes weken) bezwaar te maken tegen de afdracht van btw op aangifte.
 
 

Bron: BDO

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Omzetbelasting

19

Gerelateerde artikelen