Net als de Nederlandse fiscale wetgeving, kent die van onze Oosterburen een inkeerregeling. Dat wil zeggen een regeling voor belastingplichtigen die verzwegen inkomsten alsnog willen melden bij de fiscus zonder strafrechtelijk te worden vervolgd. In Duitsland staat deze regeling bekend onder de term 'Selbstanzeige'. Met ingang van 1 januari 2015 zijn de regels voor Selbstanzeige fors aangescherpt met als doel belastingontduiking nog consequenter te bestrijden. Het is nog steeds mogelijk om zonder (strafrechtelijke) sancties in te keren, maar de voorwaarden hiervoor zijn fors verzwaard. Voor iedereen die onbeperkt of beperkt belastingplichtig is in Duitsland (waaronder Nederlanders die in Duitsland wonen of daar hun onderneming drijven) en het niet al te nauw neemt met zijn of haar fiscale verplichtingen aldaar, is het zaak hiervan kennis te nemen.
Achtergrond
Vier jaar geleden zijn de voorwaarden voor een Selbstanzeige al eens verscherpt. Vanaf 2011 werd inkeer zonder strafrechtelijke vervolging alleen nog mogelijk, als:
- de ontdoken belasting niet meer bedroeg dan € 50.000; of:
- de ontdoken belasting alsnog werd betaald met een straftoeslag van 5%.
Wijzigingen
Sinds 2015 is de grens van € 50.000 verlaagd tot € 25.000. De toeslag die bij overschrijding van dit bedrag moet worden betaald om onder strafvervolging uit te komen, is fors opgetrokken en afhankelijk gemaakt van het bedrag aan ontdoken belasting. Bij bedragen van:
- meer dan € 25.000 maar minder dan € 100.000, bedraagt de toeslag 10%;
- meer dan € 100.000 maar minder dan € 1.000.000, bedraagt de toeslag 15%;
- meer dan € 1.000.000 bedraagt de toeslag 20%.
Verder geldt sinds dit jaar als voorwaarde voor een rechtsgeldige Selbstanzeige, dat over de ontdoken belasting ook 6% rente op jaarbasis wordt betaald. Eveneens nieuw is dat de belastingplichtige die gebruik wil maken van de Selbstanzeige, verplicht is om de gegevens over de afgelopen 10 jaar te overleggen(Berichtigungspflicht). Deze termijn is gelijk aan de fiscale verjaringstermijn, die ook 10 jaar is. Niettemin blijft de strafrechtelijke verjaringstermijn (Verfolgungsverjährungsfrist) 5 jaar, althans voor gevallen van ‘eenvoudige' belastingontduiking. Voor verzwegen inkomsten uit vermogen uit een niet EU-staat die niet deelneemt aan een internationale procedure tot automatische gegevensuitwisseling, wordt deze strafrechtelijke verjaringstermijn (maximaal) 10 jaar.
Versoepeling
Voor correcties op eerder gedane suppletie-aangiften Lohnsteuer en Umsatzsteuer en te late aangiften voor deze belastingen, gelden afwijkende (soepelere) regels.
Tot slot: in Nederland kan geen sprake meer zijn van inkeer als de belastingplichtige weet, dan wel moet weten, dat de belastingdienst de verzwegen inkomsten al op het spoor is. Dat is bijvoorbeeld het geval als hij een vragenbrief van de belastingdienst heeft ontvangen of een aankondiging voor een boekenonderzoek. In Duitsland ligt dat iets anders. De aankondiging voor een boekenonderzoek blokkeert een rechtsgeldige Selbstanzeige alleen voor de jaren waarop het boekenonderzoek betrekking heeft. Voor overige – in de aankondiging niet genoemde – jaren is een rechtsgeldige Selbstanzeige wel mogelijk.
Bron: BDO
12