Een toenemend aantal piloten in Europa werkt als zelfstandige met een nulurencontract, of via een uitzend- of bemiddelingsbureau. Vooral bij low-budget maatschappijen komt dit veel voor. Maar hoe zit dat nou precies met de Nederlandse belastingheffing?
Recent is er door de Rechtbank Gelderland een uitspraak gedaan, waarin de vraag centraal stond of een piloot ondernemer was of toch feitelijk gewoon in loondienst. Een discussie die tevens in het licht van de afschaffing van de VAR geregeld aan bod komt.
Wanneer is een piloot ondernemer?
Voor de inkomstenbelasting is een piloot ondernemer als hij de werkzaamheden zelfstandig en voor eigen rekening en risico verricht en daarbij een ondernemersrisico loopt. De Rechtbank Gelderland oordeelt in deze zaak dat de piloot niet aan deze criteria voldoet. Het ontbreekt de piloot volgens de rechtbank aan voldoende zelfstandigheid. De feiten en omstandigheden van het geval maakten daarbij dat er sprake was van een gezagsverhouding.
Zo werkte hij steeds voor één vliegmaatschappij, moest hij zich schikken naar het door de vliegmaatschappij vastgestelde vliegrooster en mocht hij zich niet zomaar laten vervangen zonder dit vooraf te melden.
Ook het ondernemersrisico speelt bij deze beoordeling een rol. Is de piloot voor de verwerving van opbrengsten afhankelijk van het zelfstandig aantrekken en behouden van klanten? De piloot stond niet ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, maakte geen reclame en was ook niet op zoek naar nieuwe opdrachtgevers. Ook ziet de rechtbank geen debiteurenrisico of een risico ten aanzien van het investeren in bedrijfsmiddelen. Zijn vliegbrevet kon niet worden gezien als bedrijfsmiddel.
Dit zijn allemaal factoren die de rechtbank meeweegt voor het ondernemerschap. Dat partijen beide de wil uiten geen arbeidsovereenkomst te willen aangaan, is hier niet van (doorslaggevend) belang. Het gaat om de wijze waarop partijen in de praktijk uitvoering geven aan de werkzaamheden.
Loon uit dienstbetrekking
De Rechtbank oordeelt hier dat er geen sprake is van inkomen als ondernemer maar van loon uit dienstbetrekking. In deze uitspraak was sprake van een ZZP'er die rechtstreeks werkzaamheden verrichtte voor de vliegmaatschappij. In de praktijk ziet BDO ook vaak dat piloten (gedwongen door de luchtvaartmaatschappij) een buitenlandse Limited oprichten en via deze Limited vliegen voor een (low-budget) vliegmaatschappij. Ook in die gevallen denkt BDO dat de rechter tot het oordeel zal komen dat sprake is van een dienstverband met de luchtvaartmaatschappij. De gronden die de Rechtbank in deze zaak aandraagt voor een aanwezige dienstbetrekking, gelden namelijk ook één op één voor de situatie waarin wel sprake is van tussenkomst door een Limited.
Voor piloten zijn dergelijke constructies vaak niet voordelig. Er worden, in opdracht van de vliegmaatschappij, aanvullende kosten gemaakt voor het opzetten en in stand houden van deze constructie, vaak zonder het gewenste resultaat. De piloot draait uiteindelijk op voor de aanvullende kosten en de correctie van de belastingpositie.
Bron: BDO
42