Een ondernemer is eigenaar van percelen waarop de bouw van een vakantiecomplex is gepland. Om dit te realiseren, moet de gemeentelijke afvalwaterinfrastructuur worden gesaneerd. De ondernemer maakt met de gemeente de afspraak dat hij deze sanering voor zijn rekening neemt. De ondernemer heeft de btw op de ingekochte saneringskosten in aftrek gebracht. Dit heeft geleid tot prejudiciële vragen aan het Europese Hof van Justitie. De Advocaat-Generaal (A-G) concludeert dat de ondernemer deze btw niet mag aftrekken.

Kosten voor een ander kun je niet aftrekken

De A-G is van mening dat de ondernemer de btw niet mag aftrekken. De sanering is noodzakelijk voor de ondernemer om het vakantiecomplex te kunnen realiseren. Zonder een goede afvalwaterinfrastructuur kan het afvalwater van het vakantiecomplex namelijk niet worden afgevoerd. De gemeente is eigenaar van de afvalwaterinfrastructuur. Volgens de A-G is het gebruik van de ingekochte saneringsdiensten bepalend voor het recht op aftrek van btw en niet de oorzaak daarvan. De A-G is van mening dat alleen de gemeente de saneringsdiensten rechtstreeks gebruikt (voor het gemeentelijke afvalwaterbeheer). De sanering vindt plaats aan eigendommen van de gemeente.
 
De A-G is daarom van mening dat sprake is van een zelfstandige prestatie aan de gemeente. Dat de sanering een voorwaarde is voor de aansluiting van het vakantiecomplex, acht de A-G niet van belang. De sanering wordt niet gebruikt in het kader van de verhuur van het vakantiecomplex. 

Dienst om niet?

De A-G geeft aan dat nog zal moeten worden beoordeeld of sprake is van een prestatie aan de gemeente. De sanering vindt immers plaats op basis van een afspraak met de gemeente. De gemeente hoeft hiervoor geen (directe) vergoeding te betalen. Wellicht is de ondernemer dan btw verschuldigd wegens een ‘fictieve' dienst. Dan bestaat overigens wel recht op aftrek.

Meer informatie

Heeft een ondernemer recht op aftrek van de btw op kosten die hij uiteindelijk wel om puur zakelijke redenen maakt, maar die ten goede komen aan een derde? Deze casus is een voorbeeld van een vraag die in de praktijk vaker voorkomt. Het is wachten op het uiteindelijke oordeel van het Hof van Justitie. Deze zaak biedt het Hof de mogelijkheid om wat meer handvatten te vertrekken voor de praktijk. Het lijkt er wel op dat daarmee de aftrekregels weer iets strikter zullen worden uitgelegd. 
 
 

Bron: BDO

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting

11

Gerelateerde artikelen