Op 31 maart jl. heeft de wetgever het conceptwetsvoorstel ‘Implementatiewet registratie uiteindelijk belanghebbenden' (hierna: voorstel) openbaar gemaakt. Inmiddels heeft BDO op het voorstel gereageerd.

Inhoud voorstel

Uit het voorstel blijkt dat de wetgever geen apart UBO-register wil invoeren. Het is de bedoeling dat ‘UBO-informatie' wordt opgenomen in het al bestaande Handelsregister dat door de Kamer van Koophandel wordt beheerd. Meer duidelijkheid over de definitie van de UBO geeft de wetgever nog niet. Iedere natuurlijke persoon die (voor meer dan 25%) de uiteindelijke eigenaar is van of zeggenschap heeft over een onderneming of rechtspersoon is een UBO.
 
Ondernemingen die in Nederland zijn gevestigd en rechtspersonen die volgens hun statuten hun zetel in Nederland hebben ingeschreven, moeten bepaalde UBO-informatie registeren in het Handelsregister. De UBO zelf kan de Nederlandse nationaliteit hebben, maar dit hoeft niet. Ondernemingen of rechtspersonen die niet onder Nederlands recht vallen, hoeven hun UBO (vooralsnog) niet in het Nederlandse Handelsregister te registreren.

Entiteiten die UBO-informatie moeten registreren

De volgende ondernemingen en rechtspersonen moeten UBO-informatie in het Handelsregister registreren: BV's, NV's, stichtingen, verenigingen (met volledige rechtsbevoegdheid), rederijen, maatschappen, VOF's, CV's, coöperaties, onderlinge waarborgmaatschappijen en Europese vennootschappen, zoals het Europees economisch samenwerkingsverband, de Europese naamloze vennootschap en de Europese coöperatieve vennootschap. De wetgever wil nog onderzoeken of fondsen voor gemene rekening (in de zin van artikel 2, derde lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting) UBO-informatie moeten registreren. Onder andere eenmanszaken, verenigingen van eigenaren en organisaties waarvan één of meer kerkgenootschappen deel uitmaken worden uitgezonderd van de verplichting om UBO-informatie te registeren.

Openbare UBO-informatie

De volgende gegevens van de UBO worden voor een ieder openbaar toegankelijk: de naam, geboortemaand en -jaar, nationaliteit, woonstaat en de aard en omvang van het door de UBO in de onderneming of rechtspersoon gehouden (economisch) belang. De aard en omvang van het belang zal in de bandbreedte 25%, 50%, 75% en 100% worden uitgedrukt. De geboortedag, -plaats en -land, woonadres, het burgerservicenummer, afschrift van documentatie op grond waarvan de gegevens van de UBO geverifieerd zijn en een afschrift van documentatie waarmee wordt onderbouwd waarom een persoon de status van UBO heeft, zijn alleen toegankelijk voor bevoegde autoriteiten, zoals de Belastingdienst, het OM e.d.
 
Als UBO krijgt u een zogenoemde ‘meewerkverplichting' om al deze informatie bij de onderneming of rechtspersoon waarvan u UBO bent aan te leveren. Zij laten deze informatie dan in het  Handelsregister registreren.

Reactie BDO

BDO heeft in hun reactie op het voorstel onder meer hun zorgen uitgesproken over de toegankelijkheid van een aantal UBO-gegevens voor iedereen die daarin geïnteresseerd is. De toegang tot de UBO-informatie is volgens de wetgever voorzien van een aantal (privacy-)waarborgen. De wetgever ziet de registratie van de afnemer van UBO-informatie, betaling van een (kostendekkende) vergoeding voor het inzien van UBO-informatie, de openbaarheid van ‘slechts' een beperkte set van gegevens en de mogelijkheid om tot afscherming van openbare UBO-informatie in bijzondere gevallen te verzoeken als voldoende adequate bescherming van de privacy van UBO's. Wij menen dat dit niet het geval is. Bovendien beantwoordt de wetgever de vraag niet of het registreren van UBO-informatie en de openbaarheid van een aantal van deze gegevens een geschikt middel is om witwassen en terrorsimefinanciering te bestrijden.
 
Lees hieronder de uitgebreide reactie.  
 

Bron: BDO

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Belastingrecht algemeen

0

Gerelateerde artikelen