Het onlangs ingediende wetsvoorstel 'Wet bedrag ineens, RVU en verlofsparen' moet meer keuzevrijheid en mogelijkheden bieden voor het aanwenden van pensioen en het eerder stoppen met werken. Specialist oudedagsvoorzieningen Gerard Staats noemt de drie gepresenteerde regelingen in het wetsvoorstel sympathiek. Het wordt er alleen niet eenvoudiger op. Bovendien liggen niet te onderschatten risico's op de loer door de aanzuigende werking van een bedrag ineens op pensioendatum.

Bedrag ineens, RVU en verlofsparen

Het wetsvoorstel bevat drie regelingen die zijn afgesproken in het pensioenakkoord tussen het kabinet en sociale partners. Allereerst is dat een nieuw keuzerecht om op pensioeningangsdatum een bedrag ineens op te mogen nemen van maximaal 10% van de waarde van de aanspraak op ouderdomspensioen. Ten tweede versoepelt het wetsvoorstel tijdelijk de RVU-heffing van 52% die werkgevers normaliter verschuldigd zijn bij regelingen voor vervroegde uittreding. Ten derde biedt het wetsvoorstel meer fiscale ruimte voor verlofsparen.

Sympathiek met aandachtspunten

Staats, werkzaam bij Bureau Vaktechniek BDO belastingadviseurs en universitair docent bij het Fiscaal Instituut van Tilburg University, spreekt van sympathieke regelingen waarbij hij wel wat aandachtspunten heeft. “Ik kan me voorstellen dat werknemersorganisaties hier grosso modo blij mee zullen zijn, maar het wordt er niet eenvoudiger op. De keuzemogelijkheid voor een bedrag ineens op pensioeningangsdatum herbergt risico’s. Die moeten goed in beeld worden gebracht want een verkeerde keuze kan fiscaal en financieel flink nadelig uitpakken, terwijl een bestaand hoog-laag alternatief voorhanden is.”

Gevaarlijke prikkel

Een bedrag ineens op pensioeningangsdatum is een simpele boodschap die blijft hangen bij mensen, zeker nu dit – afhankelijk van het aantal jaren pensioenopbouw − een aardig bedrag oplevert dat ook nog eens bestedingsvrij is. De prikkel die van zo’n gedeeltelijke afkoop uitgaat is echter ook gevaarlijk, waarschuwt Staats. “Een deel van het ouderdomspensioen ineens opnemen kan leiden tot hogere loon- en inkomstenbelasting, vervallen van toeslagen, enzovoort. De vraag is of mensen de fiscale en financiële gevolgen van hun nieuwe keuzerecht voor gedeeltelijke afkoop wel volledig overzien. Daarover moet goed worden gecommuniceerd.”

“De wetgever besteedt hier ook ruim aandacht aan in de toelichting op het wetsvoorstel,” vervolgt Staats, “maar wat op papier staat, kan in de praktijk heel anders uitpakken. We weten uit ervaring dat pensioencommunicatie lastig is. Mensen vinden pensioen moeilijk en slaan dat gemakkelijk over. Een zinnetje in de pensioencommunicatie dat het bij pensionering opnemen van een bedrag ineens uit het oudedagspotje fiscale gevolgen kan hebben, is niet afdoende. Daarmee zijn mensen onvoldoende geïnformeerd over de negatieve bijeffecten van het in een keer laten uitbetalen van maximaal 10% van het ouderdomspensioen.“

Hoog-laag pensioen als alternatief

Die bijeffecten zijn een stuk minder voelbaar in de portemonnee bij de reeds bestaande mogelijkheid van een zogenoemd hoog-laag pensioen, waarbij de hoogte van het ouderdomspensioen varieert. Hiermee hebben mensen de keuze voor een hogere pensioenuitkering in de eerste jaren na pensionering en in de jaren daarna een lagere pensioenuitkering. Staats: “Bij een hoog-laag pensioen krijg je ongeveer hetzelfde bedrag als wat de nieuwe optie van een 10%-afkoop in één keer biedt, maar dat bedrag is dan wel uitgespreid over een tijdbestek van vijf jaar. Door die spreiding zijn de fiscale en financiële gevolgen minder groot dan bij het nu voorgestelde ‘bedrag ineens’. Hopelijk kunnen pensioenuitvoerders beide opties naast elkaar presenteren in hun pensioencommunicatie, zodat mensen een weloverwogen keuze kunnen maken.”

Grensoverschrijdende ingewikkeldheid

De mogelijkheid van een maximaal 10% afkoop levert in grensoverschrijdende situaties extra complicaties op. Het wordt er niet eenvoudiger op als je in het buitenland woont met een lijfrente of pensioen in Nederland, erkent Staats. “Belastingverdragen bevatten meestal afzonderlijke regels voor gehele of gedeeltelijke afkoop van oudedagsvoorzieningen. Dit kan leiden tot een heffing door het bronland of juist door de woonstaat. Wie in het buitenland woont zal hier dus extra op beducht moeten zijn alvorens te kiezen voor de afkoopmogelijkheid.”

Niet voor de ODV

Het keuzerecht om op pensioeningangsdatum een bedrag ineens op te nemen, gaat ook gelden voor het bevroren pensioen in eigen beheer, het nettopensioen, de nettolijfrente en oudedagsvoorzieningen opgebouwd in de derde pijler, zoals een lijfrenteverzekering. Grote uitzondering op deze regel is de oudedagsverplichting (ODV) voor de dga. Deze is uitgezonderd omdat de ODV niet de vorm heeft van een tweedepijlerpensioen of een derdepijlerlijfrente.

Onterechte uitzondering

De ODV kan overigens fiscaal wel worden omgezet in een lijfrente, dus via een omweg komt de 10% afkoopmogelijkheid dan alsnog in zicht. In de ogen van Staats zou die gekunstelde omweg helemaal niet nodig moeten zijn. “Ook de ODV is een potje voor de oude dag, dus vanuit dat perspectief is de uitzondering op de mogelijkheid van een bedrag ineens onterecht en voor mensen ook niet te begrijpen. Hoewel in de toelichting op het wetsvoorstel hierop wel wordt ingegaan, overtuigt de daar gebezigde redenering in het geheel niet. De ODV is niets anders dan een oudedagsvoorziening. Bied dan toch ook gewoon die gedeeltelijke afkoopmogelijkheid. Dat komt de uniformiteit en daarmee de eenvoud ten goede.”

Echtscheidingsperikelen

Een echtscheiding met pensioenverevening is een extra complicerende factor voor het opnemen van een bedrag ineens op pensioeningangsdatum. Dat blijkt ook wel uit de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel. “Het lijkt erop dat de tot verevening verplichte partner zonder toestemming van zijn/haar vereveninggerechtigde ex-partner, gebruik kan maken van het recht op 10% afkoop op pensioeningangsdatum, mits die afkoop enkel ziet op het ouderdomspensioen,” zegt Staats. “Er is slechts als vereiste gesteld dat de tot verevening gerechtigde ex-partner dan een evenredig deel van het bedrag ineens ontvangt dat kan worden toegerekend aan het tijdens de huwelijkse periode opgebouwde ouderdomspensioen.”

Dat ingeval van pensioenverevening geen toestemming van de ex-partner nodig zou zijn voor de keuze van een bedrag ineens als die afkoop enkel ziet op het ouderdomspensioen, vindt Staats vrij ver gaan. “De ex-partner kan hier immers nadelige effecten van ondervinden, zoals meer belasting vanwege een bedrag ineens, lagere pensioenuitkeringen in de toekomst en het vervallen van toeslagen.”

Sympathieke versoepeling RVU-heffing

Over de tijdelijke versoepeling van de RVU-heffing is Staats kort: “Een sympathieke en begrijpelijke regeling waarmee werkgevers zonder strafheffing hun oudere werknemers, die zijn overvallen door de verhoging van de AOW-leeftijd, de mogelijkheid kunnen bieden om alsnog eerder te stoppen met werken.”

Twijfels bij verlofsparen

En dan is er tot slot nog de uitbreiding voor het fiscaal gefaciliteerd sparen van bovenwettelijk verlof. De fiscale ruimte hiervoor gaat van 50 naar 100 weken. Staats heeft zo zijn twijfels bij dit extra verlofsparen. “Het klinkt sympathiek, maar besef wel dat je maar liefst 100 weken betaald verlof als werknemer niet zomaar bij elkaar spaart. We praten dan ook over een zéér langdurige regeling. Welke garantie heeft een werknemer dat dit verlofsparen op den duur niet wordt ingeperkt? Per slot van rekening is de met verlofsparen vergelijkbare levensloopregeling ook ten onder gegaan aan zijn eigen succes.”

Staats plaatst nog meer vraagtekens: “Wat gebeurt er met het gespaarde verlof als je van baan verandert? Wat als de werkgever uiteindelijk onvoldoende liquiditeiten heeft om de 100 gespaarde verlofweken bij opname uit te betalen? Wat als de werkgever tussentijds failliet gaat? In de toelichting bij het wetsvoorstel is aangegeven dat dit – ook onder de huidige regeling - inderdaad een risico is die de werknemer moet meewegen bij de keuze voor het sparen van verlof. Met een verruiming naar 100 weken vind ik die constatering iets te kort door de bocht. Kortom, ik betwijfel de toegevoegde waarde van deze uitbreiding.”

Bron: Redacteur Marit Muller

Informatiesoort: Nieuws, Interviews

Rubriek: Pensioenen, Inkomstenbelasting, Loonbelasting

Focus: Focus

Carrousel: Carrousel

7

Gerelateerde artikelen