Hoogleraar ontwikkelingseconomie Irene van Staveren ziet haken en ogen aan de digitale belasting die onder meer Frankrijk oplegt aan 'big tech'. "Ik begrijp de noodgreep naar omzetbelasting om de Googles en Facebooks van deze wereld te dwingen hun fair share aan belasting te betalen. Maar winstbelasting verdient veruit de voorkeur. Of anders hun activiteiten inperken."

De manier waarop Frankrijk en enkele andere landen de belasting op big tech vormgeven is nieuw. Het gaat namelijk niet om winstbelasting, want internationale afspraken verbieden dubbele heffingen. Het gaat om belastingheffing op omzet. En dat is ook meteen Van Staverens bezwaar: "Omzetbelasting gaat doorgaans niet van de winst van bedrijven af maar wordt bij de consumentenprijs opgeteld wordt. De kans is groot dat dat ook gebeurt bij de big tech-belasting. Die bedrijven lachen in hun vuistje."

Een ander bezwaar vindt de ontwikkelingseconoom het niet-progressieve karakter van de omzetbelasting. "Helaas vindt er al jaren een verschuiving plaats van progressieve belastingheffing naar vlaktaksen. De btw is een paar jaar terug verhoogd, terwijl de toptarieven voor de inkomstenbelasting en de winstbelasting zijn gedaald. Oftewel een lastenverzwaring voor de zwakste schouders."

Van Staveren concludeert in haar column in Trouw dat de omzetbelasting voor de Googles en Facebooks van deze wereld dus een fiscale botte bijl is. "Als gewone burger moeten we alert blijven op grijpgrage belastingheffingspraktijken van de overheid. In het geval van de Big Tech bedrijven heb ik geen medelijden. Maar het zet wel de deur open naar meer van dit soort botte bijlheffingen."

Bron: Trouw

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Europees belastingrecht, Internationaal belastingrecht

3

Gerelateerde artikelen