Beoordeling of sprake is van een bron van inkomen is uitsluitend gebaseerd op jurisprudentie en dat kan lastig zijn. Daarnaast is beoordeling van de bron ook afhankelijk van de feiten en omstandigheden. Voor de Belastingdienst is dat een reden om een korte handreiking te publiceren over dit onderwerp met handvatten voor de beoordeling of bij een activiteit sprake is van een bron van inkomen of niet.
De handreiking bevat de volgende informatie:
Bronvoorwaarden
Een resultaat (positief of negatief) kan slechts inkomen zijn indien er een bepaalde bron aan ten grondslag ligt. Alleen bij bronnen met arbeid moet aan de volgende drie voorwaarden zijn voldaan voor sprake is van een bron van inkomen:
- deelname aan het economische verkeer;
- het (subjectieve) oogmerk voordeel te behalen;
- de (objectieve) verwachting dat het voordeel redelijkerwijs kan worden behaald.
Let op!
Het is belangrijk om te weten dat de bron per zelfstandige activiteit beoordeeld moet worden. Er is sprake van een zelfstandige activiteit bij dezelfde aard van activiteiten in dezelfde klantenkring, waarbij de belastingplichtige dezelfde vaardigheden nodig heeft.
Deelname aan het economisch verkeer
Van deelname aan het economisch verkeer is sprake als de activiteit plaatsvindt buiten de privésfeer en tegen een vergoeding. Dat het voldoende is dat activiteiten gericht zijn op deelname aan het economisch verkeer wordt vaak vergeten, maar speelt soms bij starters.
Beoordeling te verwachten voordeel
Meestal staat de verwachting of er voordeel te behalen valt ter discussie. De vraag over de bron gaat vooraf aan de vaststelling van de belastinggrondslag, waardoor op dat moment de fiscale regelgeving nog niet van toepassing is. Daarom vindt de beoordeling van de omvang van het te verwachten voordeel plaats op commerciële basis. De ondernemer gaat uit van de reguliere bedrijfseconomische resultaten met werkelijke opbrengsten en kosten. Daarbij houdt de ondernemer geen rekening met incidentele invloeden of fiscale faciliteiten.
In het kader van de objectieve voordeelverwachting moet de ondernemer onderzoeken of te voorzien is dat zijn activiteiten blijvend verliesgevend of - in de toekomst - winstgevend zullen zijn.
Feiten en omstandigheden andere jaren
De vraag of sprake is van een objectieve voordeelverwachting in een bepaald jaar moet de ondernemer - in beginsel - beantwoorden op basis van feiten en omstandigheden van dat jaar. Bij deze beoordeling mag hij echter ook feiten en omstandigheden van andere jaren meenemen, als die het antwoord op de vraag verder kunnen onderbouwen.
Totaalwinstbeginsel
Het totaalwinstbeginsel houdt in dat de totale winst die de ondernemer geniet gedurende het tijdvak waarin de onderneming wordt gedreven aan belasting is onderworpen en dus positief moet zijn om aan de bronvoorwaarden te voldoen. De te verwachten positieve resultaten moeten daardoor voldoende zijn om in het verleden behaalde verliezen weer goed te maken.
In een infographic heeft de Belastingdienst de meest gangbare onderdelen van de bronbeoordeling in beeld gebracht.
Bron: Belastingdienst
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Inkomstenbelasting