Bij schenkingen onder toepassing van de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) is de gemiddelde belastingdruk met 1,1% in 2015 aanzienlijk lager dan gemiddeld. Dat blijkt uit een onderzoek van het Centraal Planbureau (CPB) naar het effect van het ontvangen van erfenissen en schenkingen op de vermogensongelijkheid over de periode 2007 tot en met 2015.

De gemiddelde belastingdruk voor schenkingen lag in 2015 op een percentage van 6%. Voor erfenissen lag de gemiddelde belastingdruk in 2015 op 12%. In het onderzoek zijn alleen erfenissen en schenkingen betrokken waarvoor belastingaangifte is gedaan. Dit zijn met name de grotere erfenissen en schenkingen. Bij erfenissen zonder familierelatie en bij schenkingen zonder specifieke vrijstelling is de gemiddelde belastingdruk hoger.

Uit het onderzoek blijkt verder dat de ontvangers van erfenissen of schenkingen relatief rijker zijn dan leeftijdsgenoten die niets ontvangen, maar dat de erfenissen en schenkingen tussen 2007 tot en met 2015 niet hebben geleid tot een toename van de vermogensongelijkheid. Dit komt met name doordat het vermogen door de erfenissen en schenkingen juist verschuift naar de minder vermogende generatie.

In 2015 was de totale waarde van erfenissen waarvoor aangifte is gedaan € 10,3 miljard. De totale waarde van schenkingen boven de algemene vrijstelling was in 2015 € 4,3 miljard. Een groot deel van de erfenissen gaat van ouder naar kind. Deze erfenissen hadden in 2015 een aandeel van 53% in de totale waarde. Daarnaast gaat een groot deel van de erfenissen naar de langstlevende partner (22%) of naar overige ontvangers (20%). Schenkingen vinden vooral plaats van ouder naar kind, zie ook de volledige notitie van het CPB.

Bron: CPB

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Schenk- en erfbelasting

1

Gerelateerde artikelen