Beleggingsbank DeGiro is gehouden om medewerking te verlenen aan de consument bij diens teruggaveverzoek dividendbelasting aan de Franse fiscus. Nu DeGiro dit niet gedaan heeft, is sprake van een tekortkoming van de bank. De consument wordt daarom een schadevergoeding toegewezen. Dat heeft de geschillencommissie van het financiële klachteninstituut Kifid bepaald.

De consument belegt bij DeGiro. Hij heeft onder meer belegd in aandelen Unibail-Rodamco; een Frans aandeel. Op de dividenduitkering die hij ontving, is 30% dividendbelasting ingehouden. De consument vindt dat er te veel dividendbelasting is ingehouden omdat Frankrijk sinds 1 januari 2018 voor buitenlandse beleggers slechts 12,8% berekend.

De consument wil de te veel betaalde dividendbelasting terugvragen bij de Franse fiscus en hij heeft daarvoor de medewerking van DeGiro nodig. Volgens hem hoeft de bank weinig te doen: het enige wat hij van DeGiro nodig heeft, is een stempel, een handtekening en een datum op het Franse belastingformulier '5000-NL'. DeGiro wil echter geen medewerking verlenen. De consument lijdt daardoor een schade van € 133,66 (het verschil tussen € 237,36 aan ingehouden dividendbelasting en de verschuldigde € 103,70 naar het tarief van 12,8%).

De geschillencommissie stelt in de zaak (2021-0415) dat invulling van formulier '5000-NL' geen noemenswaardige administratieve last voor DeGiro meebrengt en vindt dat de bank het verzoek van de consument had moeten inwilligen. Nu DeGiro dit niet gedaan heeft, is sprake van een 'toerekenbare tekortkoming'. Dit betekent dat DeGiro de schade van de consument moet vergoeden.

DeGiro is eerder in de fout gegaan met een vergelijkbare zaak (2021-0002).

 

Bron: Kifid

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Dividendbelasting, Internationaal belastingrecht

76

Gerelateerde artikelen