Beperkte vergoeding
De toename van het aantal bezwaar- en beroepschriften tegen de WOZ-waarde dat wordt ingediend door bureaus die op basis van no-cure-no-pay opereren, is reden voor het kabinet om de (proces)kostenvergoeding in WOZ-zaken te beperken. Een Besluit waarin dit wordt geregeld is ter internetconsultatie aangeboden. Wie nog wil reageren heeft nog maar twee dagen tijd, want de consultatie sluit op 1 juni aanstaande.
Mocht het Besluit in werking treden dan betekent dit kort gezegd een halvering van de (proces)kostenvergoeding in WOZ-zaken. Voor een deskundige die een belanghebbende bijstaat tijdens de (hoor)zitting, maar geen relevante bijdrage levert, wordt geen vergoeding toegekend. Bovendien levert een succesvolle bezwaar-en beroepsprocedure alleen nog een vergoeding op bij een significante aanpassing van de WOZ-waarde. Het lijkt erop dat met deze laatste maatregel de ‘Fierensmarge' zijn herintrede doet met dien verschil dat de mogelijkheid om te procederen tegen een gering waardeverschil niet wordt beperkt, maar dan wel volledig voor eigen rekening.
Aanpak no-cure-no-pay-bureaus
Van het totaal aantal bezwaren dat in 2012 is ingediend tegen de WOZ-waarde komt 11,6% voor rekening van de no-cure-no-pay bureaus. Een stijging van 4,87% ten opzichte van 2011, zo blijkt uit de toelichting bij het Besluit. Andersom geredeneerd blijk hiermee dat alsnog bijna 90% van de ingediende bezwaarschriften niet afkomstig zijn van deze bureaus. Dat roept de vraag op of het Besluit niet het beoogde doel, namelijk het terugdringen van het aantal bezwaar- en beroepschriften door no-cure-no-pay bureaus, voorbijschiet. Volgens Leenders kunnen deze bureaus niet als reden worden gebruikt om de proceskostenregeling op de schop te gooien: "Iedereen in Nederland heeft het recht om zich in een geschil te laten bijstaan door een deskundige en kennelijk doen deze bureaus goed hun werk. Dat blijkt uit de toelichting bij het Besluit waarbij voor de financiële gevolgen wordt uitgegaan van 12.000 door no-cure-no-pay bureaus ingediende en gehonoreerde bezwaren."
Bij een gehonoreerd bezwaar en beroep hoort een vergoeding en hoe meer proceshandelingen, hoe hoger de vergoeding. Dat is ook terecht, aldus Leenders. "Dit vloeit ook voort uit het Besluit proceskosten bestuursrecht. Een belanghebbende die een deskundige in de hand neemt, moet erop kunnen vertrouwen dat deze het onderste uit de kan haalt. Dat daarmee ook de kostenvergoeding hoger wordt, betekent alleen maar dat in dit geval de gemeente zijn werk niet goed heeft gedaan."
‘De wereld op zijn kop'
De beperking van de (proces)kostenvergoeding zal vrijwel zeker leiden tot minder bezwaar-en beroepprocedures. Belanghebbenden zullen minder snel een deskundige inschakelen en terugdeinzen voor het ‘als leek' zelf voeren van procedures. Dit zal de gemeenten al gauw een kostenbesparing opleveren van zo'n 2,82 miljoen euro, zonder iets aan de werkwijze voor het vaststellen van de WOZ-waarde te hoeven veranderen. "Dit is de wereld op zijn kop", zo vindt Leenders. "De woningeigenaar en iedere andere belanghebbende draaien nu op voor een lastenverzwaring veroorzaakt door de gemeenten die niet goed in staat zijn om een reële waarde in de WOZ-beschikking af te geven. Dit Besluit geeft geen enkele prikkel aan gemeenten zelf om beter hun werk te doen. Het is juist de rechter die nu alsnog een juiste WOZ-waarde moet bepalen."
Zouden gemeenten hun werk goed doen, dan wordt hetzelfde bereikt, namelijk minder uitbetaling van (proces)kostenvergoedingen en een lagere belasting van de rechterlijke macht. Leenders pleit dan ook voor een veel hogere (proces)kostenvergoeding in WOZ-zaken. "Hiermee geef je een duidelijke prikkel af aan gemeenten om goed werk af te leveren en wordt het werk dat gemeenten hadden moeten doen niet afgewenteld op de belanghebbende en de rechterlijke macht. Op die manier bereik je hetzelfde, maar dan wel op een rechtvaardige manier."
Bron: Redactie TaxLive
Informatiesoort: Nieuws