Terwijl Nederlandse politici nog twijfelen tussen de economische logica van een actief fiscaal vestigingsbeleid en de morele aanvaardbaarheid van de resultaten daarvan, zijn internationaal de knopen daarover al lang doorgehakt. "Er is wereldwijd een mismatch tussen de locaties waar economische activiteit plaatsvindt en de locaties waar winsten neerslaan", zo zei Marlies de Ruiter van de OECD donderdag in de Tweede Kamer. "Er is dus iets fout met de regels en dat zal worden aangepast."

De Ruiter is bij de OECD hoofd van de divisie Tax Treaty, Transfer Pricing and Financial Transactions. In die functie speelde ze een belangrijke rol bij de totstandkoming van de maatregelen rond automatische informatieuitwisseling en Base Erosion and Profit Shifting (BEPS) die afgelopen weekend door de G20 in Moskou zijn omarmd. De Ruiter was donderdag een van de genodigden bij een hoorzitting in de Tweede Kamer over bijzondere financiële instellingen (bfi's).

De helderheid van het uitgangspunt van de OECD ('er zit iets fout en dat zal dus gerepareerd worden') contrasteert met de aarzelingen van bijna alle Nederlandse partijen en betrokkenen. Inmiddels hebben diverse onderzoeken duidelijk gemaakt dat Nederland bij uitstek een doorstroomland is voor kapitaal en dat het dus een sleutelrol speelt in de door De Ruiter aangehaalde mismatch. "Andere OECD-landen krabben zich veelvuldig op het hoofd bij de Nederlandse doorstroompraktijk", aldus De Ruiter donderdag. Het is dan ook volstrekt duidelijk dat Nederland economisch gaat lijden onder welke internationale maatregel dan ook die deze mismatch gaat bestrijden. Het politieke debat in Den Haag richt zich echter nog steeds op vragen naar de omvang van de bijdrage van bfi's aan de Nederlandse economie, naar de belastingopbrengsten die ontwikkelingslanden missen door bfi's, naar de road shows die de Britse fiscus organiseert, naar het aantal bfi's waarvan een werknemer van een trustkantoor directeur kan zijn, et cetera.

Arrogantie

De Tweede Kamer had donderdag ook een aantal multinationals en zakelijk dienstverleners uitgenodigd, om de praktijk aan het woord te laten. Van de vijf uitgenodigde partijen was alleen TMF Group aanwezig. IKEA Nederland, Promogroup, Google en Starbucks lieten het afweten. Dat schoot de volledige Kamer in het verkeerde keelgat, zeker ook omdat alleen IKEA Nederland de moeite had genomen zich schriftelijk en met redenen omkleed af te melden. "Bijzonder teleurstellend dat men de verantwoordelijkheid voor het voeren van discussies uit de weg gaat", vond Arnold Merkies van de SP. "Arrogantie richting de samenleving", zei Jesse Klaver van GroenLinks.

Rekenkamer

Zoals gezegd richtte de discussies zich met name (weer) op de maatschappelijke kosten en baten van bfi's en het Nederlandse fiscale vestigingsbeleid en verdragsbeleid. Barbara Baarsma van de SEO kwam met nadere cijfers over de dividendbelasting die bfi's opbrengen. In het oorspronkelijke SEO-rapport (juni 2013) werd die opbrengst geschat op 1 miljard, maar de bandbreedte van die schatting was zeer ruim, van 100 miljoen tot 2 miljard euro. Aan de hand van nieuwe gegevens werden de marges nu teruggebracht tot minimaal 425 miljoen en maximaal 1 miljard euro. Overigens lieten Kamerleden Ed Groot (PvdA) en Roland van Vliet (PVV) weten dat het nog steeds de bedoeling is dat de Algemene Rekenkamer nader onderzoek doet naar geldstromen rond bfi's waar SEO en andere onderzoekers de vinger niet achter gekregen hebben. De exacte opdrachtformulering voor de Rekenkamer staat echter nog niet vast.

Bron: Redactie TaxLive

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Internationaal belastingrecht

3

Gerelateerde artikelen