Als een werknemer na einde dienstbetrekking nog gebruikmaakt van een auto van de zaak, is geen sprake meer van zakelijk gebruik. Dit is ook het geval bij arbeidsongeschiktheid en loopbaanonderbreking. In een handreiking van de Belastingdienst staat wat de gevolgen zijn voor de bijtelling privégebruik auto en hoe de werkgever dit moet verwerken in de aangifte loonheffingen.

De handreiking die is opgesteld door Forum salaris bevat de volgende informatie.

-----------------------------

In de volgende situaties gebruikt een werknemer tijdelijk of permanent de auto van de zaak niet meer zakelijk:

  • bij einde dienstbetrekking;
  • bij tijdelijke arbeidsongeschiktheid;
  • bij permanente arbeidsongeschiktheid;
  • bij loopbaanonderbreking.

Heeft de werknemer tijdens tijdelijke arbeidsongeschiktheid en loopbaanonderbreking de auto van de zaak nog ter beschikking, dan blijft de regeling privégebruik auto op basis van bijtellingspercentages (hierna: bijtellingsregeling) van toepassing. Bij einde dienstbetrekking en permanente arbeidsongeschiktheid geldt deze bijtellingsregeling niet meer. Dan moet de werkgever de waarde van het werkelijke privégebruik tot het loon rekenen.

De bijtelling voor de auto van de zaak verwerkt de werkgever in de aangifte loonheffingen als loon in natura.

Einde dienstbetrekking

Als de werkgever na einde dienstbetrekking een auto ter beschikking stelt aan een ex-werknemer is geen sprake meer van zakelijk gebruik. De werknemer gebruikt de auto alleen nog voor privédoeleinden. Daarom is de bijtellingsregeling niet meer van toepassing.

De werkgever waardeert de werkelijk gereden privékilometers op de waarde in het economisch verkeer. Die waarde is het aantal privékilometers vermenigvuldigd met de kilometerprijs en verminderd met de eigen bijdrage van de werknemer. De uitkomst mag per saldo niet negatief zijn.

De waarde van het privégebruik is loon uit vroegere dienstbetrekking, dus hier moet de groene tabel worden gebruikt.

Tijdelijke arbeidsongeschiktheid

De bijtellingsregeling blijft gelden als een werknemer tijdens tijdelijke arbeidsongeschiktheid de auto van de zaak mag blijven gebruiken. De verwachting is namelijk dat de werknemer in de toekomst weer zakelijk gaat rijden met de auto. De bijtellingsregeling is van toepassing als de auto naast zakelijk gebruik ook voor privédoeleinden ter beschikking staat.

Dit geldt ook als de werknemer door ziekte niet in de auto kan rijden. De auto staat nog steeds ter beschikking.

Permanente arbeidsongeschiktheid

De bijtellingsregeling geldt niet meer als een werknemer permanent arbeidsongeschikt is en nog een auto van de zaak ter beschikking heeft. Dit geldt vanaf het moment dat de verwachting is dat de werknemer de auto niet meer voor zakelijke doeleinden gaat gebruiken.

De werkgever waardeert de werkelijk gereden privékilometers op de waarde in het economisch verkeer. Die waarde is het aantal privékilometers vermenigvuldigd met de kilometerprijs en verminderd met de eigen bijdrage van de werknemer. De uitkomst mag per saldo niet negatief zijn.

De waarde van het privégebruik is loon uit vroegere dienstbetrekking. Ook hier moet de groene tabel worden gebruikt.

Loopbaanonderbreking

Als een werknemer tijdens een loopbaanonderbreking nog een auto van de zaak tot zijn beschikking heeft, blijft de bijtellingsregeling gelden. De regeling blijft van toepassing omdat verwacht wordt dat de auto in de toekomst nog voor zakelijke doeleinden gebruikt zal worden. De bijtellingsregeling geldt als de auto naast zakelijk gebruik ook voor privédoeleinden ter beschikking staat.

Privégebruik auto en weinig of geen loon in geld

Als de werknemer weinig of geen loon in geld ontvangt, moet de werkgever over de bijtelling privégebruik auto toch alle loonheffingen betalen. De werkgever kan ervoor kiezen of hij dit wel of niet verhaalt op de werknemer.

Verhalen op de werknemer
De werkgever mag de loonbelasting/premie volksverzekeringen (LB/PVV) en de in te houden bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw) verhalen op de werknemer. Dit geldt niet voor de premies werknemersverzekeringen en de werkgeversheffing Zvw.

Als de werknemer nog loon ontvangt, kan de werkgever dit doen via verrekening in het eerstvolgende loontijdvak.

Niet verhalen op de werknemer
Als de werkgever de LB/PVV en bijdrage Zvw niet verhaalt op de werknemer, kunnen zich twee situaties voordoen:

  1. De werkgever verhaalt dit bedrag in een later loontijdvak. Hij geeft de werknemer dan een lening voor dit bedrag tot het moment waarop hij de bedragen alsnog verhaalt. Als sprake is van rentevoordeel bij deze lening, dan is dit loon voor de werknemer. De werkgever kan dit loon ook aanwijzen als eindheffingsloon.
  2. De werkgever verhaalt dit bedrag niet op de werknemer. Het bedrag is nettoloon van uw werknemer. Dit nettoloon moet de werkgever omrekenen naar een brutoloon. Hij kunt dit nettoloon ook aanwijzen als eindheffingsloon.

Excessief privégebruik

Als de werkelijke waarde van het privégebruik duidelijk meer is dan de bijtelling op basis van het algemene bijtellingspercentage, is sprake van excessief privégebruik van de auto. Dit kan voorkomen bij tijdelijke arbeidsongeschiktheid of loopbaanonderbreking.

De werkgever moet dan uitgaan van de hogere waarde van het privégebruik. Als er een korting op het algemene bijtellingspercentage van toepassing is, dan past de werkgever die korting toe op de grondslag. De uitkomst daarvan trekt hij af van de waarde van het privégebruik. Rekenvoorbeelden staan in paragraaf 21.3.3 Handboek Loonheffingen van de Belastingdienst.

Andere relevante paragrafen in het Handboek loonheffingen over dit onderwerp zijn:

  • paragraaf 21.3 (personenauto van de zaak);
  • paragraaf 21.3.8 (bijtelling bij weinig/geen loon);
  • paragraaf 21.3.3 (excessief privégebruik auto);
  • hoofdstuk 10 (loonstrook);
  • hoofdstuk 13 (jaaropgaaf).

Bron: Belastingdienst/Forum salaris

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Loonbelasting

Focus: Focus

Carrousel: Carrousel

706

Gerelateerde artikelen