Hof Den Haag oordeelt dat A weliswaar is uitgeschreven uit Nederland, een woning in België heeft maar dat A toch binnenlands belastingplichtige is.

De zaak (Gerechtshof Den Haag, 25 juni 2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:2182) gaat als volgt. A is huisarts en woont en werkt in Nederland. In 2001 schrijft hij zich uit en gaat hij in een gehuurde woning in België wonen. De woning in Nederland houdt hij aan.

A is van mening dat hij niet langer Nederlands binnenlands belastingplichtig is. Daarom komt de belastingheffing over bepaalde inkomensbestanddelen volgens het Belastingverdrag toe aan het woonland België. De inspecteur is het hier niet mee en stelt dat A Nederland niet metterwoon heeft verlaten.

In eerste instantie buigt Rechtbank Den Haag zich over de zaak. Omdat A zowel in Nederland als in België een woning tot zijn beschikking heeft onderzoekt de rechtbank met welk van de landen hij de nauwste persoonlijke en economische betrekkingen heeft. Uit de feiten en omstandigheden blijkt dat A de nauwste persoonlijke en economische betrekkingen heeft met Nederland. De inspecteur merkt A terecht aan als Nederlands binnenlands belastingplichtige.

In hoger beroep bekrachtigt Hof Den Haag de uitspraak van de rechtbank.

Belang voor de praktijk

In de Wet inkomstenbelasting 2001 kennen wij twee soorten belastingplichtigen: binnenlandse - en buitenlandse belastingplichtigen. Een binnenlands belastingplichtige is een natuurlijke persoon die in Nederland woont. Binnenlands belastingplichtigen worden, los van de werking van belastingverdragen, belast voor hun wereldinkomen.

Een buitenlands belastingplichtige is een natuurlijke persoon die niet in Nederland woont maar wel Nederlands inkomen heeft. Of iemand binnenlands of buitenlands belastingplichtig is wordt dus afhankelijk van waar iemand woont. Hierbij zijn twee vragen van belang:

  1. Duurzaam tehuis. In welk land heeft iemand een duurzaam tehuis (woning) tot zijn beschikking?
  2. Middelpunt van levensbelangen. Met welk land heeft iemand de nauwste persoonlijke en economische betrekkingen?

Het antwoord op beide vragen is sterk afhankelijk van de persoonlijke omstandigheden. Daarbij ligt de bewijslast voor de binnenlandse belastingplicht op de schouders van de belastingdienst. De belastingdienst kan dit bewijs leveren door het stellen van feiten en/of omstandigheden die de belastingdienst pas bij betwisting aannemelijk moet maken.

Bron: Fiscaal Juridisch Adviesbureau Nationale Nederlanden

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Internationaal belastingrecht

112

Gerelateerde artikelen