De Bond voor Belastingbetalers (BvB) bereidt opnieuw een rechtszaak voor tegen de box 3-heffing. De Bond is van mening dat spaarders ondanks de aanpassingen in de box 3-heffing nog steeds teveel belasting betalen over hun vermogen.
De box 3-heffing is in 2017 aangepast, maar de BvB vindt de aanpassingen niet voldoende. Daarom wordt er nu een rechtszaak voorbereid tegen de box 3-heffing over de jaren 2017, 2018 en 2019. De BvB roept alle drie miljoen belastingbetalers die box 3-heffing betalen op om mee te doen. Tienduizenden belastingplichtigen hebben inmiddels bezwaar gemaakt tegen de definitieve aanslag inkomstenbelasting over 2019.
De Hoge Raad heeft eerder geoordeeld dat het forfaitaire stelsel van box 3 in 2013 en 2014 in strijd is met het ongestoorde recht op eigendom. Het is echter niet aan de rechter om dit rechtstekort te repareren, tenzij sprake is van een individuele en buitensporige last.
Op basis van het in april 2020 verschenen deskundigenadvies en het onderzoek van het CPB moeten belastingplichtigen worden gecompenseerd als het nominaal zonder (veel) risico’s gemiddeld haalbare rendement in één van de jaren 2013 tot en met 2016 volgens berekeningen van het CPB onder de 1,2% uitkomt. De vraag of het nominaal rendement in een van de jaren 2013 tot en met 2016 volgens berekeningen van het CPB onder de 1,2% uitkomt is hiervoor dus van belang. Op basis van het onderzoek van het CPB is dit echter niet eenduidig vast te stellen. Het kabinet komt daardoor in het najaar van 2020 pas met een reactie of belastingplichtigen over die jaren worden gecompenseerd.
Er ligt een voorstel om de box 3-heffing per 1 januari 2022 opnieuw te wijzigen. Op basis van dit voorstel wordt voor het bepalen van het inkomen in box 3 gerekend met de werkelijke verhouding tussen spaargeld, beleggingen en schulden en wordt het forfaitaire rendement meer in overeenstemming gebracht met het werkelijke rendement.
Bron: ANP/ Redactie TaxLive
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Inkomstenbelasting