Het accountants- en belastingadvieskantoor BonsenReuling heeft op 29 juli 2014 in beroep voor Rechtbank Gelderland met succes de belangen van een cliënt verdedigd inzake de cultuurgrondvrijstelling zoals bedoeld in de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ).
Met de cultuurgrondvrijstelling kan de waarde van weilanden worden uitgesloten van de WOZ-waardering en in dat geval ook van de berekening van de onroerendezaakbelasting (OZB). Voorwaarde voor de vrijstelling is dat de weilanden bedrijfsmatig worden geëxploiteerd ten behoeve van land- of bosbouw, daaronder mede begrepen weidebouw.
De cliënt had een geschil met de gemeente over de toepassing van de cultuurgrondvrijstelling op weilanden die hij in gebruik heeft voor zijn paardenhandel, het (op-)fokken van paarden en de exploitatie van een paardenpension.
De gemeente stelde zich op het standpunt dat de cultuurgrondvrijstelling bij cliënt niet kon worden toegepast, omdat het in het kader van een paardenbedrijf laten grazen en lopen van de paarden, alsmede het winnen van ruwvoervoeding voor die paarden, niet als weidebouw zouden kunnen worden aangemerkt.
Rechtbank Gelderland heeft nu geoordeeld dat de cultuurgrondvrijstelling wel degelijk van toepassing kan zijn op weilanden die bedrijfsmatig worden gebruikt in het kader van het paardenbedrijf. Hobbymatig gebruik van de weilanden valt overigens niet onder de vrijstelling.
Het betreft een interessante uitspraak, omdat gemeenten meestal een starre houding aannemen als het gaat om de cultuurgrondvrijstelling bij paardenexploitanten. De rechtbank heeft nu duidelijkheid gegeven hieromtrent.
Bron: BonsenReuling
4