Oude, vervuilende auto’s gaan massaal naar het buitenland, vooral Oost-Europa. Tweedehands diesels zijn in Nederland bijna niet meer te verkopen. De export, vaak via Nederlandse leasebedrijven, kost de schatkist honderden miljoenen aan bpm-teruggaven. Dat blijkt uit onderzoek van de onderzoeksredactie 'Het Schone Oosten', een samenwerking van de dagbladen Tubantia, De Gelderlander en De Stentor
Nederland neemt afscheid van de diesel door stengere milieueisen en fors hogere motorrijtuigenbelasting. De vervuilende auto’s gaan massaal de grens over, vooral richting Oost-Europa. Het zijn vooral leasemaatschappijen die diesels exporteren. Zij kunnen deze auto’s nauwelijks in Nederland kwijt. Ze incasseren jaarlijks miljoenen euro’s aan bpm van de Belastingdienst, wanneer ze auto’s naar het buitenland exporteren. In 2019 werd ruim 230 miljoen euro teruggegeven aan eigenaren van geëxporteerde auto’s.
Ook wie zelf zijn auto binnen Europa naar het buitenland exporteert, kan een deel van de aan de Staat betaalde bpm terugkrijgen. Daar is een rekenmodel voor, waarbij het van de Belastingdienst terug te ontvangen bedrag voor een auto uit 2006 een paar tientjes is, maar voor een glimmende vijf jaar jonge leaseauto kan het bedrag oplopen tot duizenden euro’s, aldus de onderzoekers.
Bron: Het Schone Oosten
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen