Verlaat het Verenigd Koninkrijk (VK) de EU in 2019 met een no deal-Brexit? Dit heeft zowel gevolgen voor de inkomstenbelasting als de loonbelasting.

Het VK heeft tot 12 april de tijd om:

  • het akkoord alsnog goed te keuren, of
  • te besluiten om zonder akkoord te vertrekken ('no deal'), of
  • opnieuw (langer) uitstel aan te vragen, of
  • helemaal af te zien van een Brexit.

Het blijft daarom voor iedereen belangrijk om zich voor te bereiden op alle vier de situaties, waaronder ook de mogelijkheid van een 'no deal'. Zonder akkoord zijn de volgende zaken van belang voor de inkomsten- en loonbelasting.

Inkomstenbelasting

Woont iemand in het VK en voldoet hij aan de voorwaarden voor kwalificerende buitenlandse belastingplicht? Dan heeft hij recht op dezelfde aftrekposten en heffingskortingen voor de inkomstenbelasting als inwoners van Nederland.

Voldoet iemand niet meer aan de juiste voorwaarden als het VK de EU verlaat, dan geldt tot 31 december 2019 een overgangsregeling en verandert nog niets. Vanaf 2020 heeft diegene geen recht meer op een aantal aftrekposten, zoals uitgaven voor bijvoorbeeld alimentatie, zorg en giften, en de hypotheekrenteaftrek voor zijn eigen woning in het VK.

Hij heeft vanaf dat moment ook geen recht meer op het belastingdeel van zijn heffingskortingen. Als iemand in Nederland sociaal is verzekerd, krijgt hij nog wel het premiedeel van zijn heffingskortingen.

Loonbelasting

De belangrijkste gevolgen voor de loonbelasting zijn:

Verblijfsvergunning en werkvergunning

Werknemers uit het VK krijgen in maart 2019 een brief van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). Deze brief geldt tot 1 juli 2020 als een tijdelijke werk- en verblijfsvergunning. Daarna heeft de werknemer een nieuwe werk- en verblijfsvergunning nodig. Krijgt een werkgever nieuwe werknemers uit het VK na de Brexit, dan moeten zij een geldige verblijfsvergunning en werkvergunning hebben. Als de werknemer geen verblijfs- of werkvergunning heeft dan moet de werkgever het anoniementarief toepassen.

Belastingdeel van de arbeidskorting

Een werknemer uit het VK heeft vanaf 1 januari 2020 geen recht meer op het belastingdeel van de arbeidskorting. Vanaf 2020 gebruikt de werkgever de loonbelastingtabel voor inwoners van een derde land. Door overgangsrecht geldt dit nog niet voor 2019.

Pensioenregeling uit het VK

Premies die een werknemer betaalt voor een pensioenregeling uit het VK mag een werkgever tot en met 31 december 2019 in mindering brengen op het brutoloon. Daarna moet de werkgever opnieuw goedkeuring vragen bij de Belastingdienst/kantoor Buitenland.

Afdrachtverminderingen

De afdrachtvermindering zeevaart werknemers uit het VK is vanaf 1 januari 2020 10%. Tot en met 31 december 2019 is dit 40%. Voor werkzaamheden verricht in het VK heeft de werkgever vanaf 1 januari 2020 geen recht meer op afdrachtvermindering speur- en ontwikkelingswerk.

Voor de omzet- en vennootschapsbelasting heeft de Brexit ook gevolgen. Lees hiervoor het artikel Fiscaal overgangsrecht no-deal Brexit.

Belastingverdrag met het VK

Het belastingverdrag met het VK dat regelt welk land belasting mag heffen, verandert niet. Na Brexit geldt het verdrag voor beide belastingmiddelen nog steeds.

'Settled status'

Verder is er voor de op dit moment ruim drie miljoen Europeanen die in Groot-Brittannië wonen een digitale registratie nodig. Als EU-burger gelden voor hen dezelfde rechten als voor de Britten. Om na de Brexit dezelfde rechten te behouden, kunnen ze zich aanmelden voor een 'settled status'. Dat is een digitale registratie die burgers ervan verzekert dat zij na de Brexit het recht houden om te blijven wonen en werken in het Verenigd Koninkrijk.

Volgens het ministerie van Binnenlandse Zaken heeft 70 procent van de mensen die zich in de testfase heeft aangemeld, een 'settled status' gekregen. De rest moest aanvullende informatie aanleveren. Niemand werd afgewezen.

Bron: Belastingdienst/NOS

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Europees belastingrecht

Carrousel: Carrousel

20

Gerelateerde artikelen