Als het aan het Europees Parlement ligt komt er een bronbelasting op dividenden die de EU verlaten. Dit plan kwalificeert wat Hans van den Hurk betreft voorlopig als 'the worst tax idea ever'. "In het slechtste geval leidt dit niet tot één maar twee keer dubbele heffing. Daarmee zet Europa zich wereldwijd nog verder buiten spel."

Bronbelasting aan de grens

Het was zomaar één zinnetje in een persbericht van woensdag 6 juli 2016 met aanbevelingen van het Europees parlement voor een meer eerlijke en duidelijke vennootschapsbelasting binnen de EU: 'invoeren van een bronbelasting op winsten die de EU verlaten'.

Met deze volledig nieuwe suggestie laat het Europees Parlement een proefballonnetje op dat ervoor moet zorgen dat winsten gemaakt binnen de EU tenminste één keer voor het verlaten van de EU worden belast. Deze exitheffing op dividenden is volgens hoogleraar International Tax Policy Van den Hurk (Maastricht University en zelfstandig belastingadviseur) een gevaarlijke proefballon, waarmee het Europese vestigingsklimaat voor de multinational een stuk minder interessant wordt. "Het tenminste één keer belasten van winst is een nobel streven, maar dit idee is een serieus risico op dubbele en zelfs tweedubbele belastingheffing."

Dubbele belastingheffing

De moeder-dochterrichtlijn kent sinds enige tijd een algemene antimisbruikbepaling in de vorm van de 'principal purpose test'. De voordelen van de richtlijn worden niet toegekend wanneer een internationale bedrijfsstructuur kunstmatig is opgezet (objectieve test) met als hoofddoel of één van de hoofddoelen het behalen van belastingvoordeel (subjectieve test). De antimisbruikbepaling ziet alleen op de heffing van (bron)belasting op uitgekeerde winsten en is met ingang van 2016 in de Nederlandse Wet op de vennootschapsbelasting geïmplementeerd.

"De subjectieve test leidt nu al in een aantal gevallen tot niet verrekenbare bronbelasting met als gevolg dubbele belastingheffing voor internationale bedrijven met vestigingen binnen de EU", benadrukt Van den Hurk. "En dit is niet omdat de bedrijfsstructuur kunstmatig is opgezet, maar omdat in een aantal landen wordt gekeken naar waar de tussenholding is gevestigd. Is dat bijvoorbeeld Nederland dan wordt verondersteld dat bedrijven belastingvoordelen behalen (vanwege de vele en mooie belastingverdragen die Nederland kent) en zal men dus tot inhouding overgaan. Het is zeer goed denkbaar dat als zo'n bedrijf naar de rechter gaat om alsnog bronbelasting te kunnen verrekenen deze zaak gewonnen zal worden, maar het betekent wel onzekerheid gedurende langere tijd en natuurlijk ook over de vraag of men gelijk krijgt."

Extra verrekenproblemen

Dat probleem wordt volgens Van den Hurk nog groter als het voorstel van het Europees Parlement daadwerkelijk gestalte krijgt. "Een winstuitdeling naar een concernonderdeel gevestigd in een derde land leidt ook tot dubbele heffing als dit land geen verrekening van dividendbelasting kent maar een vrijstelling op deelnemingswinsten, zoals de Nederlandse deelnemingsvrijstelling. Of wellicht vormen de EU entiteiten dochters van een in een derde land gevestigde zuivere houdstermaatschappij, die om die reden waarschijnlijk weinig belastbare winsten heeft en dus geen belasting betaalt waartegen de bronbelasting op dividenden kan worden afgezet."

Tweedubbele belastingheffing

"Dubbele belastingheffing binnen de EU kan met een bronbelasting op dividenden aan de grens in het slechtste geval dus leiden tot tweedubbele belastingheffing," vervolgt Van den Hurk. "Met alle reeds genomen en voorgestelde maatregelen tegen belastingontwijking is er voor multinationals al genoeg onzekerheid. Een bronbelasting aan de grens is –  nu veel landen hiervoor geen verrekening kennen –  slecht voor het vestigingsklimaat en kan voor bedrijven de druppel zijn om Europa te verlaten. Daarmee verdient dit idee van het Europees Parlement de prijs voor het slechtste ‘tax policy' idee van het jaar!"

Bron: Redacteur Marit Muller

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Europees belastingrecht

6

Gerelateerde artikelen