Gemeenten kunnen de btw die drukt op het leerlingenvervoer niet claimen bij het btw-compensatiefonds.
Dat heeft de Hoge Raad beslist in een zaak van de gemeente Borsele (zie
V-N 2016/60.12 en
TaxVisions editie 25 november 2016). Het Europese Hof van Justitie had dit voorjaar al bepaald dat de gemeente niet als btw-ondernemer kan worden aangemerkt voor het leerlingenvervoer. Toen was nog alleen onduidelijk of de btw die drukt op het leerlingenvervoer op het BTW-compensatiefonds kon worden geclaimd. Het Hof van Justitie had hier geen uitspraak over gedaan omdat het een nationale aangelegenheid is.
Btw-voordeel
De gemeente Borsele vroeg slechts 3% van de kosten voor het leerlingenvervoer als vergoeding van bepaalde ouders (inkomensafhankelijke bijdrage). Bij ondernemerschap zouden gemeenten over de lage vergoeding voor het leerlingenvervoer btw moeten betalen tegen het lage tarief (6%), terwijl ze alle btw die drukt op het leerlingenvervoer zouden kunnen kon aftrekken. Dit btw-voordeel krijgen gemeenten dus niet (afdracht over lage ontvangsten en alle btw van de factuur van het taxibedrijf terugkrijgen).
Uitgesloten diensten
De gemeente kand de btw ook niet claimen bij het btw-compensatiefonds omdat het gaat om diensten die anders dan in het kader van zijn onderneming worden gebezigd om te worden verstrekt, verleend of ter beschikking gesteld aan een of meer individuele derden. Die diensten zijn in artikel 4, lid 1, aanhef en letter a, van de Wet op het BTW-compensatiefonds uitgesloten van een bijdrage uit het btw-compensatiefonds.
Bron: VNG
0