De omzet van het Nederlandse bedrijfsleven blijft voor een groot deel afhankelijk van de opbrengsten van bedrijven die vallen onder buitenlands zeggenschap. Van iedere euro die hier wordt omgezet, komt ongeveer 37 eurocent toe aan een onderneming met een moederbedrijf buiten onze landsgrenzen. Dat schrijft het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) vrijdag in een rapport.
Het Nederlandse bedrijfsleven telt in totaal meer dan 1 miljoen bedrijven. Daarvan zijn er ongeveer 12.000 onder zeggenschap van een buitenlands moederbedrijf. Naast het gegeven dat bijna 40 procent van de omzet toe te schrijven is aan de 'buitenlanders', zijn die bedrijven ook nog eens goed voor 19 procent van de werknemers. Circa 867.000 mensen zijn in dienst van een van huis uit buitenlandse onderneming.
Het aandeel van buitenlandse bedrijven aan de Nederlandse economie ligt volgens het statistiekbureau al jaren op een gelijk niveau. Vooral van huis uit Amerikaanse bedrijven dragen fors bij aan de omzet van het Nederlandse bedrijfsleven. Circa 12 procent van de totale omzet werd in 2014 door bedrijven onder Amerikaans zeggenschap gerealiseerd. Dat komt neer op een bedrag van 165 miljard euro. Vaak gaat volgens het CBS om bedrijven die actief zijn in de ICT.
Duitsland en het Verenigd Koninkrijk waren goed voor respectievelijk 68 miljard en 52 miljard euro aan omzet.
De Eerste Kamer heeft dinsdagavond 16 december 2025 de zeven resterende wetsvoorstellen van het pakket Belastingplan 2026 aangenomen. Ook werden vijf moties aangenomen.
De bronbelasting blijft zeer effectief in de bestrijding van rente- en royaltystromen naar laagbelaste landen. Dit stelt Staatssecretaris Heijnen van Financiën in de jaarlijkse monitoringsbrief over de effectiviteit van maatregelen tegen belastingontwijking door multinationals.
In het Jaarplan Belastingdienst 2026, dat door staatssecretaris Heijnen van Financiën naar de Tweede Kamer is gestuurd, geeft de Belastingdienst invulling aan de vier prioriteiten die in de Meerjarenstrategie 2025-2030 genoemd worden.
De inkomens uit buitenlandse directe investeringen en royalty’s die vanuit Nederland naar landen met een laag belastingtarief stromen zijn in 2024 verder gedaald, blijkt uit nieuwe cijfers van DNB. Bestonden deze geldstromen voorheen vooral uit inkomens uit royalty’s, zoals merk- en auteursrechten, nu betreffen het met name dividenden.
Het Nederlandse fiscale stelsel moet beter worden afgestemd op dat van concurrerende EU-lidstaten. Recente internationale vergelijkingen laten zien dat de effectieve marginale belastingdruk in Nederland inmiddels tot de hoogste van de EU behoort. Dat schrijft oud-ASML-topman Peter Wennink in zijn rapport dat hij op verzoek van het kabinet schreef. Het rapport Wennink geeft invulling aan de vraag om het Draghi-rapport, dat de toekomst van het Europese verdienvermogen schetst, te vertalen naar de Nederlandse context.
Bart Mestrom heeft het gevoel dat hij helemaal op zijn plek zit. Een brede adviespraktijk, klanten die hij goed kent en privé zijn leven op orde. ‘Ik hoop dat mijn leven over 5 of 10 jaar hetzelfde is als nu. En dan heb ik natuurlijk nog meer ervaring.’
De Fiscale verzamelwet 2026 is in het Staatsblad gepubliceerd en treedt in beginsel in werking op 1 januari 2026, waarbij voor enkele bepalingen terugwerkende kracht naar een eerdere datum geldt.
Op donderdag 2 april 2026 organiseert de Hoge Raad een symposium ter gelegenheid van tien jaar prejudiciële vragen aan de belastingkamer. Het evenement vindt plaats bij de Hoge Raad aan de Korte Voorhout in Den Haag.
Met ingang van 1 januari 2026 vervalt de zachte landing met betrekking tot de handhaving op schijnzelfstandigheid. Dit betekent dat de Belastingdienst vanaf 2026 weer boetes op kan leggen. Dat staat in de voortgangsbrief werken met en als zelfstandige(n) die door minister Paul van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en staatssecretaris Heijnen van Financiën naar de Tweede Kamer is gestuurd.