Ruim de helft van het bruto-inkomen van huishoudens gaat op aan belastingen en premies. De hogere inkomens dragen naar verhouding het meest af aan inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen. Met name doordat ze een groter deel van hun inkomen uitgeven, betalen de laagste inkomens juist relatief veel indirecte belastingen zoals btw en accijnzen. Van de totale lasten wordt 48 procent opgebracht door de 20 procent hoogste inkomens. Dit meldt CBS in de publicatie Welvaart in Nederland 2016.

Huishoudens betalen diverse belastingen, premies en heffingen. Naast de inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen drukken indirecte belastingen, lokale heffingen, premies voor de Zorgverzekeringswet en overige premies inkomensverzekering op het inkomen van huishoudens. Het meest zijn huishoudens kwijt aan inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen.

Druk inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen hoogst bij hoogste inkomens

Huishoudens in de hoogste inkomensgroep droegen in 2013 ruim een kwart van hun bruto-inkomen af aan inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen. De druk was flink lager bij huishoudens met de laagste inkomens: van hun bruto-inkomen leverden zij 7,3 procent in. Dat de druk bij hen zo laag is, hangt uiteraard voor een belangrijk deel samen met het progressieve belastingstelsel. Daarbij komt dat betrekkelijk veel huishoudens in de lage inkomensgroepen van een uitkering of pensioen leven. Ontvangers van AOW zijn veel minder kwijt aan premies volksverzekering, omdat zij geen AOW-premie meer betalen, maar alleen nog premies voor Anw en AWBZ.

Druk indirecte belastingen hoogst bij laagste inkomens

In tegenstelling tot de inkomstenbelasting is de druk van de indirecte belastingen als btw en accijnzen het hoogst bij de lagere inkomens. Ze betalen relatief veel aan deze verbruiksbelastingen, met name doordat zij hun inkomen vaak goeddeels uitgeven. Bovendien bevat deze groep ook zelfstandigen die ook bij matige verdiensten hun uitgaven op een hoger niveau handhaven.
 
Ook lokale heffingen en de premies Zorgverzekeringswet drukken relatief zwaar op huishoudens met lagere inkomens. Hierdoor kwam de totale druk van inkomstenbelasting, premies volksverzekeringen, indirecte belastingen, lokale heffingen en premies Zorgverzekeringswet voor alle vijf inkomensgroepen uit op een nagenoeg gelijk niveau van rond de 37 procent in 2013.

Premies inkomensverzekeringen drukken het zwaarst op hogere inkomens

De druk van de overige premies inkomensverzekeringen verschilt sterk tussen inkomensgroepen. Het gaat bij deze premies met name om werknemersverzekeringen wegens werkloosheid, arbeidsongeschiktheid en pensioen. De lagere inkomens tellen relatief veel pensioen- en uitkeringsontvangers die geen of weinig premie verschuldigd zijn. Aangezien deze premies gerelateerd zijn aan het loon drukken ze bij de hoogste inkomens met ruim 17 procent juist het zwaarst op het bruto-inkomen.

Bijna de helft van alle lasten betaald door hoogste inkomens

Aan alle lasten tezamen zijn de hoogste inkomens 55 procent van hun bruto-inkomen kwijt. Bij de laagste inkomens gaat het om ruim 40 procent. 
 
In totaal werd 223 miljard euro geïnd aan belastingen, premies en lokale heffingen in 2013. Hiervan kwam bijna de helft, 107 miljard euro, voor rekening van de hoogste inkomens. De laagste inkomens betaalden met bijna 9 miljard euro 4 procent van de totale lasten. De indirecte belastingen bedroegen 36 miljard euro. Hiervan betaalden de hoogste inkomens 11 miljard en de laagste inkomens 4 miljard.
 
 
 

Bron: CBS

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Belastingrecht algemeen

0

Gerelateerde artikelen