Bij succes kan er na jaren een streep worden gezet onder het 'Rekeningenproject'. Dat verklaarde staatssecretaris Weekers van Financiën afgelopen week. Met het zogeheten Rekeningenproject startte de Belastingdienst in 2001 een grootschalig onderzoek naar Nederlandse belastingplichtigen met verzwegen buitenlandse bankrekeningen. Directe aanleiding was een spontane uitwisseling door de Belgische fiscale autoriteiten van gegevens van duizenden Nederlandse rekeninghouders met bankrekeningen bij de Kredietbank S.A. Luxembourgeoise (KB-Luxbank).
Na het versturen van een vragenbrief hebben de meeste zwartspaarders alsnog de door de Belastingdienst gevraagde informatie over hun buitenlandse bankrekening(en) verstrekt. Een kleine groep van 150 tot 200 vermeende zwartspaarders weigert echter tot op de dag van vandaag openheid van zaken te geven.
‘Oneigenlijke' pressie?
Een doorn in het oog van de Belastingdienst. Vorige week verklaarde Weekers hierop het volgende: ‘De Belastingdienst laat niet met zich sollen. Daarvoor laat ik geen middel onbenut. Deze groep notoire informatieweigeraars gaan we nu aanpakken via de civiele rechter. Het is hoog tijd dat deze mensen gaan voldoen aan hun verplichtingen.'
Weekers voert met dit soort uitspraken de druk hoog op in de hoop dat de vermeende zwartspaarder alsnog openheid van zaken zal geven over zijn eventueel aangehouden buitenlandse bankrekening. Het eerste korte geding voor de civiele rechter is inmiddels achter de rug. De komende maanden zullen er meer openbare zittingen plaatsvinden. Of succes daarmee gegarandeerd is, valt nog te bezien.
Informatiebeschikking
Iedere belastingplichtige hoort normaal gesproken op verzoek van de Belastingdienst informatie en gegevens te verstrekken die van belang zijn voor de vaststelling van zijn belastingheffing. Als niet wordt voldaan aan een informatieverzoek, kan de inspecteur dit sinds 1 juli 2011 vaststellen met een informatiebeschikking en de bijbehorende mogelijkheid van omkering van de bewijslast. Leenders verduidelijkt: "de bewijslast kan pas worden omgekeerd als een afgegeven informatiebeschikking onherroepelijk is komen vast te staan." Interessant in deze is ook een uitspraak van Rechtbank Breda van 20 september 2012 waarin de Rechtbank oordeelde dat de Belastingdienst ‘ontkenners' in het Rekeningenproject niet via een informatiebeschikking kan confronteren met omkering van de bewijslast.
Afdwingen van informatie
Met de civiele procedure wil de Belastingdienst op straffe van een dwangsom de vermeende zwartspaarders dwingen om alsnog de verplichte informatieverstrekking na te komen. Volgens Leenders probeert de Belastingdienst in steeds meer gevallen via een civiel kort geding informatie af te dwingen, zelfs in gevallen waarin een informatiebeschikking ontbreekt. Deze ‘civiele route' is eveneens sinds 1 juli 2011 gecodificeerd in artikel 52a, vierde lid AWR. Náást het vaststellen van een informatiebeschikking kan de inspecteur dus een civiele procedure aanhangig maken.
Alhoewel er wettelijk géén volgorde is vastgelegd, is een waarschuwing op zijn plaats. Leenders: "Het kan toch niet zo zijn dat iemand in een civiel kort geding wordt gedwongen om informatie te geven zonder dat de belastingrechter over de rechtmatigheid van het verzoek heeft kunnen oordelen. De kans bestaat immers dat de belastingrechter oordeelt dat het informatieverzoek van de Belastingdienst niet rechtmatig was. Eerst moet dus de informatiebeschikking vaststaan en dan pas kan via de civiele rechter medewerking worden afgedwongen. Een andere volgorde is onjuist."
Dwangsom als pressiemiddel twijfelachtig
Discutabel is ook het afdwingen van informatie op straffe van een dwangsom. Leenders verwijst hiervoor naar het arrest-Chambaz/Zwitsersland van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) van 5 april 2012. Kort gezegd volgt uit dit arrest dat nationale autoriteiten een verdachte/belastingplichtige niet mogen dwingen tot medewerking aan verkrijging van belastend bewijsmateriaal als er geen waarborgen bestaan dat dat materiaal alleen voor belastingheffing en niet voor strafoplegging zal worden gebruikt.
Leenders: "medewerking kan dus niet worden afgedwongen als dit tevens betekent dat er hoge boeten worden opgelegd of te verwachten zijn, want dit is in strijd – zo blijkt uit het arrest - met artikel 6 EVRM. Wordt informatie wel afgedwongen dan mag de Belastingdienst dit niet gebruiken in het kader van boeteoplegging of strafvervolging. Je kunt je dus afvragen wat de Belastingdienst er uiteindelijk mee opschiet."
Onbruikbare informatie
Tot slot verwijst Leenders nog naar een conclusie van Advocaat-Generaal Wattel (A-G) van 1 maart 2013 in een kort-gedingprocedure die de Staat der Nederlanden heeft aangespannen tegen een – in de ogen van de Belastingdienst – ‘weigerachtige' belastingplichtige. De A-G adviseert de Hoge Raad weliswaar om het cassatieberoep van de belastingplichtige te verwerpen, maar concludeert naar aanleiding van het arrest Chambaz tevens dat de onder druk van een dwangsom aan de inspecteur verstrekte informatie niet voor enig bestraffend doeleinde toelaatbaar is. De uitspraak van de Hoge Raad in dit arrest staat gepland op 7 juni 2013.
Bron: Redactie TaxLive
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Bronbelasting, Civiel recht algemeen